Interieur in de gordijnen – Bij de uitreiking van de HIP 2021

Met de LocHal van Civic Architects, Petra Blaisse (Inside Outside), Braaksma & Roos en Mecanoo bekroont de jury van de HIP 2021 onder leiding van Fokke Moerel een gebouw dat echt van deze tijd is. Bovendien betekent de bekroning een welkome stimulans voor de disciplines architectuur en interieur.

De interieurprijs HIP 2021 is dit jaar toegekend aan de LocHal in Tilburg, een ontwerp van Civic Architects, Petra Blaisse (Inside Outside), Braaksma & Roos en Mecanoo. Op het eerste gezicht verbaast dit, het project is immers enige jaren geleden opgeleverd. Dit laat zich gemakkelijk verklaren. De prijs had eigenlijk al vorig jaar moeten worden uitgereikt. Door corona was het daar nog niet van gekomen. Maar zoals Rein Wolfs bij de opening zei, morgen zijn we vergeten dat het twee jaar heeft geduurd en onthouden we dat hij deze week is uitgereikt.

Inhoudelijk is de verrassing groter. De jury onder leiding van Fokke Moerel zocht naar een interieur als verlengde van de stad, en omgekeerd naar een stad of stedelijke ruimte die opgenomen is in een gebouw. Het is een prachtig uitgangspunt waar het gekozen gebouw met bibliotheek en werkruimtes goed op aansluit.

Gebouw van deze tijd

De LocHal behelst de transformatie van de voormalige locomotiefloods in de spoorzone van Tilburg tot een openbare bibliotheek. De hal waar generaties Tilburgers hebben gewerkt speelt een onuitwisbare rol in het culturele geheugen van de stad. Ze is uitgegroeid tot een belangrijk symbool van deze voormalige industriestad. Het ontwerp van Civic, Blaisse, Braaksma & Roos en Mecanoo sluit hierop aan en geeft de voorheen afgesloten loods terug aan een groter publiek. 

Aan de LocHal ligt een zorgvuldig uitgedacht concept ten grondslag van wat een bibliotheek is en kan zijn. Ze faciliteert boekenlezers maar ze biedt ook ruimte aan creatieve makers. Door het gehele gebouw heen zijn met dat doel voor ogen verschillende laboratoria gemaakt. Bibliotheek en andere hier gevestigde kunstorganisaties vormen met elkaar een kenniscentrum. Tevens zijn werkplekken gecreëerd en mogelijkheden tot samenwerking.

Maar wat dit gebouw echt tot een gebouw van deze tijd maakt, is de atmosfeer die door de ontwerpers is gemaakt. Door goed te kijken naar wat al bestaat, is het ontwerpteam er in geslaagd de mogelijkheden van de hal ten volle uit te buiten. Veel meer dan een visuele continuïteit (of contrast), is aansluiting gezocht bij de haptische en zintuigelijke kwaliteiten van de architectuur. Details zijn afgestemd op de functionele constructie. 

Motivatie van de jury

De jury prijst de LocHal als een geslaagde transformatie van een klassieke bibliotheek tot een plek voor ontmoeting, kennisuitwisseling en -ontwikkeling, werk en ontspanning en culturele activiteiten. De jury: “Het winnende interieur is een plek voor ontmoeting en inspiratie, om kennis op te doen én te delen – niet alleen voor de gebruikers die zich toevallig in dat interieur begeven maar voor de gehele stad. Ontmoetingen tussen bewoners onderling en ook bezoekers worden ermee gefaciliteerd en zelfs uitgelokt. Door een genereus gebaar waarin historie en heden soepel zijn verknoopt, biedt het aanknopingspunten voor verschillende generaties met uiteenlopende culturele achtergronden. Het ontwerp is daarmee op een even vanzelfsprekende als vernuftige manier ingebed in een bestaand lokaal weefsel.”

Stimulans voor interieurarchitectuur

Hoogtepunt in het ontwerp zijn de grote textiel doeken van Petra Blaisse die in de ruimte zijn opgehangen. Met het oog op het verleden van Tilburg als textielstad is dit een voor de hand liggende maar ook een poëtische ingreep die een ode brengt aan het licht in de ruimte. Deze doeken spelen een essentieel rol in het interieurontwerp: ze accenturen de schaal, ze definiëren de ruimtes en niet onbelangrijk in dit soort ontmoetingsruimtes, ze zorgen voor een goede akoestiek.

Met deze ingrepen stimuleert dit ontwerp de verdere ontwikkeling van de interieurarchitectuur. Het gebruik van textiel in de architectuur is immers niet onomstreden. Zo bracht columnist Hans van de Heijden onlangs op ‘de Architect’ een eerder project van Blaisse terug tot “ingewikkeld doen over een bewegend gordijn”, iets wat volgens hem niet meer voorstelt dan “interieurverzorging”.

Dit voert terug naar een tijd dat (meestal mannelijke) architecten gebouwen opleverden en daarna (veelal vrouwelijke) ontwerpers het interieur mochten vormgeven. Het gaat bovendien geheel voorbij aan de zoektocht naar een nieuw begrip van professionaliteit, die de ontwerpende beroepen de afgelopen 25 jaar hebben ondernomen. Architectuur en interieur vergen stemmen die niet assertief zijn maar ruimte geven. De LocHal laat dat op een mooie manier zien. Ze is daarmee de meer dan terechte winnaar van de HIP.

Informatie

De Herengracht Industrieprijs bestaat sinds 2014 en claimt de enige prijs te zijn die aandacht vraagt voor en steun geeft aan hoogwaardige interieur-projecten. De jury van dit jaar bestaat uit Fokke Moerel (voorzitter, MVRDV), Louise Schouwenburg (Design Academy), Joyce Verstijnen (Bedaux de Brouwer Architecten), Daria Scagliola (fotograaf) en Jeroen Junte (Design Digger). Uit de 145 ingezonden projecten nomineerde de jury naast de LocHal, Forum Groningen (NL Architects, deMunnik-deJong architecten en &Prast&Hooft), Naturalis Biodiversity Centre Leiden (Neutelings Riedijk Architects), RCO House Amsterdam (Team V Architectuur) en Sweets Hotel Amsterdam (Space & Matter).