Architectuur wordt duur betaald – Bespreking Jaarboek Architectuur in Nederland 2022/2023

Het Jaarboek Architectuur in Nederland 2022/2023 zet stevige vraagtekens bij de wijze waarop architectuur wordt geproduceerd in Nederland. Het is daarmee een must-read voor architecten. Het is alleen jammer dat ze bij haar beschouwingen over de Nederlands praktijk niet de 29 dit jaar geselecteerde projecten heeft betrokken.

Een ticket voor Lowlands ging dit jaar voor de eerste keer over de 300 euro heen. Bezoekers aan een concert van Beyonce waren het veelvuldige kwijt. De kaartjes voor theatervoorstellingen en concerten worden de komende jaren duurder, is de verwachting. De cultuursector heeft zich namelijk voorgenomen over te gaan op eerlijke betaling. Want daarmee was het tot nu toe droevig gestemd.

Ook in de architectuur sector is het droevig gestemd met de betaling van zzp’ers. Het zojuist verschenen Jaarboek Architectuur in Nederland besteedt er ruime aandacht aan. Dit maakt het tot een must-read voor architecten. Niet alleen worden in veel gevallen medewerkers onderbetaald, ook staan tegenover het avonden en weekeinden lang overwerken dikwijls geen faire vergoedingen.

Marginale positie van architecten

De redactie vertelt stomverbaasd te hebben gestaan toen ze in gesprek ging met de jonge architecten. Ze had een gesprek verwacht over slechte werkomstandigheden, overwerken en oneerlijke beloning. Maar dat zat bij de jonge ontwerpers wel goed. Over een ding maakten ze zich echter wel zorgen, en dat is de marginale positie van architecten in de gehele bouwketen.

Een meer eerlijke honorering lijkt vooral een probleem te zijn voor kleine bureaus die het zich nauwelijks kunnen permitteren mensen in vaste dienst te nemen en noodgedwongen hun toevlucht zoeken tot onderbetaalde zzp’ers. Wil je de kansen voor jonge architecten dus structureel verbeteren, dan lijkt het daarmee in de eerste plaats van belang dat voor geleverde diensten, producten en ideeën van architecten over de gehele linie betere prijzen worden betaald.

Betere procedures

De jaarboek redactie zoekt het in een andere richting, niet in een betere honorering maar vooral in betere procedures. Naar haar mening is de gangbare manier waarop in Nederland opdrachten worden gegund, dringend aan verandering toe. Ze sluit hiermee aan op geluiden die al langer te horen zijn. De bezwaren betreffen met name de aanbestedingsregels met eisen ten aan zien van referenties en omzet. Deze werken uitsluiting in de hand en belemmeren met name jonge architecten een goede portfolio op te bouwen.

Nieuw is dat de redactie zich een uitgesproken voorstander toont van de Belgische bouwcultuur, waarin meer dan in Nederland de nadruk ligt op de realisatie van de inherente kwaliteiten van de ontwerpopgave. De Open Oproep die in Vlaanderen wordt gepraktiseerd, levert naast variëteit in de architectuur ook engagement op. Volgens de redactie loont het om onze (gesloten) aanbesteding cultuur te vervangen door het (open) Vlaamse systeem.

Belgische wedstrijdcultuur

Om dit verder te onderzoeken toog de redactie naar Brussel waar ze met de Brusselse bouwmeester Kristiaan Borret sprak over de zo geroemde Belgische wedstrijdcultuur. Juist het open karakter draagt bij aan de successen van deze cultuur, aldus Borret. ‘Door kennis te delen, ontstaat zowel inhoudelijke knowhow als kennis over hoe je een voorstel goed kunt presenteren.’ En dat vormt een stevig contrast met de Nederlandse aanbestedingen cultuur die veel bedrijfsmatiger van opzet is.

Overigens ziet Borret ook positieve kanten aan de Nederlandse praktijk. Volgens Borret is de stedebouw hier te lande veel beter gestructureerd dan in Belgie, hetgeen positief uitwerkt op de kwaliteit van de stedelijke ruimte en de mogelijkheid op welgekozen plekken iconische gebouwen te realiseren. Omgekeerd is een uitgesproken zwakte van het Belgische systeem volgens hem de afhankelijkheid van de persoon van de bouwmeester. ‘In Nederland bestaat een gevestigd systeem dat beter gefinancierd is dan hier [in België].’

Architectonische en maatschappelijke thema’s

Dit alles maakt duidelijk dat de Vlaamse Open Oproep zich niet onverkort laat overzetten naar Nederland. Daarvoor zijn de verschillen in praktijk nu eenmaal te groot. Terwijl in België architecten bijvoorbeeld met gemak spreken over architectonische onderwerpen en in de optiek van Borret moeten worden uitgedaagd om over maatschappelijke thema’s te praten, is de situatie in Nederland precies andersom. Waar Nederlandse architecten hun ontwerpen moeiteloos maatschappelijk onderbouwen, lijkt architectuur uit hun ontwerpen te zijn verdwenen.

Een dergelijke conclusie dringt zich ook op in het boeiende gesprek van de redactie met hoofdontwerper Fenna Haakma Wagenaar van de gemeente Amsterdam. Zij stelt grote vraagtekens bij de gescheiden werelden van planologie, stedebouw en architectuur. Haakma pleit voor een werkwijze waarin aan een stedebouwkundige opzet wordt gewerkt vanuit een idee voor een prettige woonomgeving met goede plattegronden, ruimte voor ontmoeting en privacy alsmede zon en ventilatie. Dit uitgangspunt blijkt goede en verassende inzichten en mogelijkheden op te leveren.

Selectie projecten

In het Jaarboek zijn 29 projecten geselecteerd, voor het merendeel op het terrein van de woningbouw (liefst 18 van de 29). Het is de fine fleur van wat Nederland op dit terrein heeft te bieden: van de Bostorens door Marcel Lok, de Malieklos door DP6 en de Groenmarkt door Ronald Janssen en Bastiaan Jongerius tot de Sluisbuurt door BIG en Barcode en de Jonas door Orange. De redactie laat enkele keren nadrukkelijk weten dat de geselecteerde projecten geen illustratie vormen van de hierboven gesignaleerde problemen. 

Heel geloofwaardig klinkt dat niet. Deze projecten zijn immers óók tot stad gekomen in de systemen die volgens de redactie nodig hervormd dienen te worden. De projecten hadden dus op zijn minst gebruikt kunnen worden voor een nulmeting van de huidige systemen. Nu blijft het bij procedurele aanbevelingen, waarvan het belang overigens niet kan worden onderschat.

Info

Architectuur in Nederland. Jaarboek 2022/2023, redactie Teun van den Ende, Uri Gilad en Arna Mackic, vormgeving Joseph Plateau, Nederlands/Engels, 24 x 32 cm, 168 pag, geïllustreerd (330 kleur en zw/w), ISBN 978-94-6208-786-6, €44,95

Woningbouw in Nederland anno 2023