Veel maatregelen op het gebied van duurzaamheid leiden niet tot minder, maar tot meer gebruik van energie, materiaal en CO2. Dit wordt de paradox van Jevon genoemd. Maatregelen die genomen worden om de efficiëntie te verbeteren leiden tot extra vraag en daarmee tot een toename van gebruik. Zo ook met technieken om het verbruik van energie te beperken. Mensen blijken een groter deel van hun huis langer en hoger te verwarmen. Netto resultaat is een toename van het energieverbruik.
Een bekend voorbeeld is de ontwikkeling van energiezuinige auto’s. Mensen stapten massaal over op grotere, energieslurpende auto’s, zoals de SUV of de PC Hooft tractor (genoemd naar de Amsterdamse straat waarin deze opvallend vaak geparkeerd staat). Triple glass beperkt het energieverbruik van een woning, maar deze milieuwinst verbleekt bij de energie die nodig is om dit glas te produceren. Iets dergelijks valt ook de laatste mode van het bouwen met hout ten deel. Gemakshalve wordt vergeten dat dit hout meestal afkomstig is uit allerminst biodiverse productiebossen. Oftewel: weg milieuwinst.
Nature Deficit Disorder
Maar er is meer met duurzame technologie aan de hand, zo wordt duidelijk als ik in Eindhoven op een regenachtige vrijdagmiddag Jaap Wiedenhoff spreek. Jaap werkt bij ABT (opgegaan in Oosterhof) en is mede-oprichter van Quake, de innovatiehub van dit bedrijf. Jaap spreekt van ‘Nature Deficit Disorder’. Omdat we de meeste tijd in gebouwen doorbrengen, is onze relatie met de natuur verstoord. In de praktijk wordt dat versterkt door het gebruik van duurzame technologie. Het gevolg is een toename van zowel welvaartsziekten als energie- en materiaalgebruik.
Om dit te begrijpen moeten we misschien terug gaan naar de jaren zestig van de vorige eeuw toen het idee van een compleet gereguleerde omgeving in architectenkringen sterk aan populariteit won. Dankzij de uitvinding van centrale verwarming en airco kwam een leven in een volledig geconditioneerd interieur, of bubbel, binnen handbereik te liggen. Het leven in zo’n bubbel, blaas of sfeer werd gezien als vooruitgang, maar ook als toekomst van de architectuur.
Comfort en obesitas
Nu 50 jaar later plaatst Jaap hier zijn terechte vraagtekens bij. De belofte van comfort is immers waargemaakt, maar de prijs die we hiervoor moeten betalen is hoog, misschien wel te hoog. Met alle maatregelen die sinds de jaren 90 genomen zijn, zou het energieverbruik nog maar 20% moeten zijn. Jaap en zijn collega’s rekenden echter uit, dat het in werkelijkheid juist is toegenomen met 70%.
De ingenieurs van Quake stuitten op een nog vele malen verontrustender verband. Terwijl het interieur steeds beter afgeschermd wordt tegen de buitenwereld (met behulp van camera’s, triple glass, isolatie, enz), zijn welvaartsziekten als concentratieverlies, myopia en obesitas sterk in opkomst. De laatste ziekte is niet een gevolg van het feit dat we meer zijn gaan eten, maar onvoldoende minder zijn gaan eten. Ook hier hebben Jaap en zijn collega’s aan gerekend. De verhoging van de gemiddelde temperatuur in woningen van minder dan 20 graden (in 1970) tot 22 graden (nu) heeft geleid tot een gewichtstoename van tien kilo door afgenomen verbranding (metabolisme)
Buiten is het nieuwe binnen
Nog meer duurzame technologie is dus niet de oplossing. Jaap is daar duidelijk in. Het leidt immers tot meer en niet minder energieverbruik. Bovendien werkt het moderne welvaartsziektes in de hand. Comfort is in zijn ogen de grote boosdoener, discomfort zou geaccepteerd moeten worden. Het is een interessante gedachte, maar eerlijk gezegd zie ik dat niet heel snel gebeuren. Immers, om dat voor elkaar te krijgen dient de regelgeving te worden aangepast. Dit zal niet gemakkelijk zijn gezien de sterke Europese industriële lobby.
Wiedenhoff zoekt het dan ook grotendeels buiten deze gereguleerde omgeving. Hij poneert dat we anders moeten nadenken over de relatie tussen buiten en binnen. Voor hem is buiten het nieuwe binnen. Ook het exterieur is een aangename ruimte, vindt hij. En juist als je je niet binnen opsluit en vaker buiten bent, blijk je je minder angstig naar anderen op te stellen.
Nieuwe ontwerptaal
Het is een stelling waar ik het direct mee eens ben, ofschoon ik vermoed dat ook deze opstelling de nodige overredingskracht naar aannemers zal vragen. Want wat als je bijvoorbeeld elders geoogst glas wilt hergebruiken in je gebouw: een doorsnee aannemer zal daar gezien de verlangde garanties niet snel in meegaan.
Maar als buiten het nieuwe binnen wordt, moeten we dan ook niet gaan nadenken over dat nieuwe binnen. Het zou wel eens zo kunnen zijn, dat het minimalistische, neutrale en witte interieur zijn langste tijd heeft gehad. Klimaatopwarming en de strijd tegen de huidige regelgeving zetten het interieurontwerp op scherp. Nodig is een nieuwe ontwerptaal die een beroep doet op traditionele, decoratieve strategieën en elementen.