
De meeste biënnales beperken zich in de regel tot 70 tot 90 projecten die een curator de moeite waard acht. Ratti volgde een andere werkwijze en putte voor zijn “Intelligens” uit meer dan 1000 inzendingen die binnenkwamen na een open oproep. Op de tentoonstelling zijn nu denkers, professionals en voorstellen bij elkaar gebracht, die elkaar anders niet zo snel hadden gevonden.
Overeenkomst tussen alle items is dat het vrijwel uitsluitend gaat om onderzoeken, studies en experimenten en nauwelijks om projecten. Bovendien zijn deze onderzoeken toekomstgericht. Ze laten zien wat architectuur vermag met het oog op de huidige klimaatcrisis. Opvallend is voorts, dat alle onderzoeken zich richten op één duidelijke afgebakend onderwerp.
Deze editie van de biënnale geeft ruim baan aan specifieke architectonische onderwerpen en agenda’s. Carlo Ratti zet de architectuur centraal, maar dan wel een architectuur die gericht is op systemen en op samenwerking. Volgens hem krijgt architectuur pas betekenis wanneer het verschillende vormen van intelligentie weet in te zetten met betrekking tot een heldere doelstelling.
Condities van de architectuur
Deze doelstelling wordt direct aan het begin van de tentoonstelling op indringende wijze in beeld gebracht. Wanneer je als bezoeker argeloos de Arsenale betreedt, loop je zonder dat je het door hebt, een ruimte in die ondraaglijk heet is, ruikt en stinkt, en niet prettig aanvoelt. Airconditioners voeren de gebruikte lucht niet naar buiten af, zodat binnen een aangename en comfortabele sfeer ontstaan, maar doen het omgekeerde: ze blazen deze lucht juist naar binnen
Deze installatie “Terms and Conditions” laat zien dat in een “Well Tempered Environment” de met comfort gemoeide kosten meestal worden vergeten en dat de toekomst eindeloos wordt uitgesteld. De almaar loeiende airco‘s laten de buitentemperatuur oplopen en verhogen de luchtvochtigheid. Ze staan altijd aan, wat kostbaar is in termen van energie, netwerken en gebouwisolatie.
Dit bevat in een notendop de definitie van architectuur die Ratti geeft. Voor hem is ze een discipline die mensen in staat stelt zich aan te passen aan een omgeving die sterk aan het veranderen is en steeds vijandiger wordt. In het laboratorium van de architectuur dienen drie vormen van intelligentie met elkaar samen te werken. Ratti noemt deze natuurlijke, kunstmatige en collectieve intelligentie.
De andere kant van de heuvel
Na de installatie met de airconditioners die gloeiendhete lucht de ruimte inblazen, stuit je op een enorme muur van bakstenen, die je elk uitzicht ontneemt. “The Other Side of the Hill”, ontworpen door Beatriz Colomina, Roberto Kolter, Patricia Urquiola, Geoffrey West en Mark Wigley, verbeeldt de demografische toekomst: wat gebeurt er als de exponentiële bevolkingsgroei doorzet, over enkele decennia zijn piek bereikt en daarna inklapt.

Het antwoord bevindt zich aan de andere kant van deze muur: een immense microbenpopulatie die door sterke onderlinge samenwerking het gebruik van hulpbronnen in balans weet te houden. Vanaf dit punt is de boodschap van de tentoonstelling glashelder: geconfronteerd met een toekomst die ons zicht belemmert, is het aan ons. De vraag is: blijven we stilstaan, of zetten we een stap vooruit? Gaan we op zoek naar andere vormen van intelligentie? Durven we het aan de oversteek te maken naar de andere kant van de heuvel?

Alleen dankzij de nieuwe vormen van intelligentie aan de andere kant van de heuvel, kunnen architecten zich aanpassen en alternatieve toekomsten onder ogen zien. De tentoonstelling zelf, opgebouwd uit een modulair kolommen-systeem van recyclebaar materiaal, ontworpen door bureau Sub, weerspiegelt deze visie. De drie hoofdthema’s van natuurlijke, kunstmatige en collectieve intelligentie zijn formeel weliswaar van elkaar onderscheiden, maar je bewegen tussen de vele projecten in het midden van de ruimte en tegen de wanden is nog niet zo gemakkelijk.
Kakofonie in de Giardini
Zo coherent als de hoofdtentoonstelling van Ratti is, zo uiteenlopend zijn de landenpaviljoens. De onderlinge concurrentie presenteert een dynamiek die veel weg heeft van een Eurosongfestival. Twee jaar geleden stapelde Duitsland in haar paviljoen alle bouwmaterialen op voor de renovatie van het Duitse paviljoen. Dit jaar staat het Deense paviljoen eveneens geheel in het teken van een nog uit te voeren verbouwing, overigens beter uitgewerkt dan twee jaar geleden Duitsland liet zien

Paviljoens met werk van architecten waarin nieuwe horizons worden verkend, behoren tot de onmiskenbare hoogtepunten. Het Spaanse paviljoen belicht op een prachtig vormgegeven tentoonstelling hoe architectuur kan bijdragen aan de decarbonisatie van de bouwsector, maar ook kan dienen als een katalysator voor economische ontwikkeling. “Living with / Vivre avec” in een buitententoonstelling voor het Franse paviljoen stelt de vraag naar het vermogen van architectuur om klimaatuitdagingen, conflicten en wereldwijde instabiliteit aan te pakken. Het Zwitserse paviljoen brengt op overtuigende wijze een hommage aan Lisbeth Sachs (1914-2002) met behulp van een reconstructie van haar tentoonstellingspaviljoen uit 1958.

Daarnaast zijn er landenpaviljoens, die een zwaar beladen probleem schetsen en daar een oproep aan de architectengemeenschap aan verbinden. In het Duitse paviljoen bijvoorbeeld wordt het probleem van de hittestress via moderne media op indrukwekkende wijze verbeeld. In een nevenzaal kun je de hittestress zelfs letterlijk aan den lijve ondervinden.De volgende stap, wat architectuur kan doen, blijft echter nadrukkelijk buiten beeld.

Tot slot zijn er de paviljoens die vooral de boodschap van een curator uitdragen en niet direct zijn verbonden met architectonische vragen. Een van de meest indrukwekkende in deze categorie is ongetwijfeld het paviljoen van Engeland. Stelling daar is dat ieder gebouw een ingreep vormt in de geologie van de aarde, aangezien het haar materialen uit de grond en ondergrond betrekt. De onttrekkingsprocessen waar dit aanleiding toe geeft, worden in het paviljoen verbonden met de koloniale inslag van Engeland.

formatie die loopt van Zuidoost Afrika via Mozambique, Kenia en Ethiopië, langs de Rode Zee, door Jordanie, Palestina, Israel en Lebanon naar Zuid Turkije.
Hoop op overleven
Over de biënnale van Ratti is het laatste woord nog niet gezegd. Verheugend is dat architectuur weer centraal staat. Zijn biënnale roept op om de rol van architectuur en van architecten met het oog op de klimaatcrisis opnieuw te definiëren. Ze vormt een open en multidisciplinair instrument voor een mogelijke toekomst.
Niet voor niets wordt een beeld uit de indrukwekkende film “Architekton” (die op dit moment ook in Nederlandse bioscopen is te zien) getoond. In deze film belichamen ontwerp en constructie van gebouwen zowel destructie als hoop op overleven. De Italiaanse architect Michele de Lucchi legt als tegenhanger achter zijn huis een cirkel van rotsblokken aan, die niemand meer mag betreden.
Dit resoneert met het onderzoek dat de Spaanse architect Andrés Jaque verricht naar de intelligentie van materialen. Voor hem zijn het levende entiteiten, vergelijkbaar met bomen en beesten. Stenen nemen carbon op uit de atmosfeer en zetten deze om in mineralen. Architectuur moet stoppen met onttrekken en beginnen met ondersteunen.
De Biënnale van Ratti is een aansporing om oog te hebben voor en gebruik te maken van wat al is en je te verbinden met de intelligentie daarvan. Ze loopt vooruit op een architectuur die zich wijdt aan collectieve entiteiten, waaronder mensen, machines, micro-organismen, mineralen, aarde, planten en dieren. Juist met deze entiteiten kunnen ontwerpers de ecologische en maatschappelijke complexiteit van deze tijd adresseren.
Info
De Architectuurbiënnale van Venetië vindt plaats van 10 mei tot en met 23 november 2025.