Is het huis op orde? Over veranderingen in de publieke ruimte

Na het opheffen van de lockdown en de versoepeling van de maatregelen kunnen we weer naar buiten. Een zekere onwennigheid is hierbij niet vreemd. Waarom is de stedelijke ruimte ingericht zoals ze is? Zijn aanpassingen nodig? Maar misschien belangrijker nog; gaan we van haar op andere wijze gebruik maken? Is het huis op orde?

Gedurende deze zomermaanden zijn op veel plekken boeiende installaties te zien, die dergelijke vragen adresseren. Ze zijn geplaatst in de publieke ruimte en functioneren als platforms voor veelsoortige ontmoetingen. Ik bezocht er een aantal en stel de meest interessante aan je voor.

Dwalen langs de IJssel

De IJssel biënnale is een manifestatie over de verhouding tussen mens en landschap. Voor de klimaatverandering is een andere houding nodig en volgens de organisatoren levert de kunst juist op dit vlak een bijdrage. Rond de rivier de IJssel, tussen Zwollen en Doesburg, zijn tal van ontwerpen gerealiseerd die op uiteenlopende wijze activiteiten en ontmoetingen mogelijk maken. 

Langs deze installaties is een 120 kilometer lange kunstroute uitgezet, opgedeeld in vier etappes. Het fietsen van deze route en het bekijken van deze kunstwerken is een buitengewoon plezierige ervaring, ook omdat je deze ervaring deelt met anderen, omdat je onderdeel bent van de natuur en omdat je een unieke kans krijgt het boeiende IJssel landschap te verkennen.

Kunstwerk op maisakker

De grootste verrassing vond ik ‘The Way of Soil’ door Elmo Vermijs, die de staat van en onze relatie met de bodem thematiseert. Ze ligt midden op een maisakker onder de rook van Deventer en is slechts bereikbaar via een onverharde, hobbelige landweg. In het maisveld is een pad vrijgehouden met gras, bloemen en kruiden die niet worden gemaaid. In de bloemenzee gonst het van de bijen en insecten.

Dit in een bloemenzee opgaande pad komt uit op een open plek waar een halfrond bouwwerk uit gestapelde grasplaggen is opgebouwd. Deze is ingezaaid met boekweit dat zal worden geoogst om te zijner tijd er de grond ter plaatse mee te verrijken. In de holte van het bouwwerk worden theeceremonies georganiseerd waarbij de thee wordt gezet van de hier bloeiende kruiden en  bloemen. 

The Way of Soil is een informele ontmoetingsplaats voor mensen en andere levende organismen. Ze is onderdeel van een bedrijf dat is overgegaan op biologische bedrijfsvoering. Kunstwerk en maisakker veranderen mee met de seizoenen. Niet alleen de boekweit maar ook de grasplaggen keren na afloop van de biënnale terug in de bodem. Ze is daarmee een kritiek op de intensieve landbouw die de bodem uitput en een bedreiging vormt voor zowel biodiversiteit als voedselvoorziening.

Ruimte voor ontmoetingen

Op ‘sonsbeek20→24’ bezocht ik het fascinerende project Deep Encounter, een drijvend paviljoen van Raumlabor, een ongewone groep architecten uit Berlijn. In de regel voert dit collectief met behulp van wat zij stedelijke prototypes noemen, tijdelijke interventies uit in het stedelijke landschap. Daarbij kun je denken aan een paviljoen, een afvalgrot of een camping bovenop een gebouw. 

Voor Raumlabor (letterlijk: ruimtelijk laboratorium) is architectuur in de eerste plaats een sociaal vraagstuk. In die zin zijn ze verwant aan Herman Hertzberger die ruimte ook ziet als een product van maatschappelijke interactie. Een benadering die op dit moment sterk aan belang en relevantie wint.

Met deze interventie in het Sonsbeekpark tovert Raumlabor de open ruimte op dit punt om tot een sociale ontmoetingsruimte. De driehoekige houten constructie is bekleed met gerecycled tentdoek, en in het midden hangt een gletsjersteen. Dankzij blauwe vaten drijft het op het water van een van de vijvers en kun je je als bezoeker laten meedrijven. In deze ruimte voor ontmoeting, ervaring en bezinning, worden ze uitgenodigd om met elkaar in gesprek te gaan.

Poreuze ruimte

Het drijvende paviljoen kent een poreuze binnenruimte, waarin de omgeving, het water en de plaatselijke atmosfeer weten door te dringen – met als resultaat een samenleven van het menselijke en het natuurlijke, een gebaar in dialoog met onze huidige zorgen van het antropoceen. Een vergelijkbare rol heeft het rotsblok in het midden van het paviljoen. Dat dient als trekvast constructie-element voor het dak maar vormt evenzeer de basis voor een andersoortig planten- en dierenleven.

Sonsbeek is een stedelijk park met veel vijvers, fonteinen en watervallen. Met het paviljoen probeert Raumlabor onvermoede vormen van gebruik te genereren. Raumlabor laat zien dat in een stad waarin mensen samenleven en een gemeenschap of gezelschap vormen, openbare ruimte nodig is en dat je daar niet op moet beknibbelen. Stedenbouw zou moeten gaan om de kwaliteit van de openbare ruimte en niet alleen over financiële tekorten en probleemgebieden.

Het paviljoen van Raumlabor is een echte openbare ruimte, niet in de technische betekenis van het woord maar gericht op cultuur, samenleven en gemeenschap (of juist gezelschap). Stedelijke praktijk is ruimtelijk handelen. Met het paviljoen toont Raumlabor een flexibele tool waarmee lege straatruimtes kunnen worden omgevormd tot ontmoetingsruimtes. Slimme, lichte, mobiele architectuur die een ruimte opent en daarmee een plek om stedelijke vraagstukken bespreekbaar te maken.

Slopen en verdringen

In het Rotterdamse woonbeleid ligt de nadruk op sloop van goedkope woningen en de bouw van nieuwe woningen voor de middenklasse. Door de explosie van prijzen op de woningmarkt zijn de fundamenten onder dit beleid weggeslagen. De sloop van de Tweebosbuurt valt te zien als het kantelpunt.

Op de hoek van Crooswijksestraat en de Crooswijkseweg in Rotterdam staat de installatie Slopen door Judy van Luyk. Ze bestaat uit twee grote billboards die later op andere plekken in de stad worden neergezet. In de ene billboard heeft Van Luyk ronde gaten geboord in een rooster-patroon. In het midden echter lijkt het werk te verkruimelen en is een groot gat ontstaat, een symboliek die in Rotterdam sinds 1945 niet onbekend is. Op de andere billboard is de tekst te lezen: Slopen is (g)een must.

Met dit kunstwerk stelt Van Luyk de vraag of het terecht is sociale huurwoningen te slopen en daar duurdere woningen voor terug te bouwen. De bewoners kunnen de nieuwe woningen vaak niet meer betalen, wat ook de inzet van dit beleid lijkt te zijn. Voor de meeste welvarende Rotterdammers is het afbreken van sociale woningen een soort ver-van-mijn-bedshow. Met ‘Slopen” wil Van Luyk deze impasse doorbreken.

Huis op orde maken

Economie is veel meer dan geld verdienen, zegt Timothy Morton. Het gaat over de vraag hoe je plezier organiseert: het huishouden. Maar dat huis moet ook op orde zijn. Ecologie gaat over de mensen die in dit huis wonen en hoe ze samenleven. Dat huis is de biosfeer, maar ook de straat waar je woont, het park dat je bezoekt en verdere habitats en ecosystemen.

In de installaties die ik bezocht, zitten boeiende aanknopingspunten hoe je dat plezier op andere manieren kunt organiseren. Dat zit voor een groot deel in de verantwoordelijkheid die je kunt nemen voor de natuur.

De term landschapsarchitectuur komt misschien het dichtste in de buurt. Zij verenigt immers natuur en cultuur, landschap en architectuur. Het speelt in op toekomstige architectuur waarin (niet-) menselijke wezens een plek kunnen vinden. De installaties zijn prototypes hiervoor.

Vertrouwen op gevoel

Ze werpen vragen op in hoeverre straten en pleinen biodiverse en actieve groene ruimtes kunnen zijn, op welke manier mensen en natuur kunnen samenleven en hoe ver we hiermee gaan. Beperken we ons tot flora en fauna, tot bijen en insecten? Of gaan we in de gebouwde omgeving bij wijze van spreken samenleven met beren of wolven?

Het is een opgave waar nog geen woorden voor zijn, maar die een groot gevoel van urgentie kent. Het komt er op aan op je gevoel te vertrouwen.

Info

De IJsselBiënnale loopt nog tot 19 september 2021. sonsbeek20→24 heeft als thema ‘Force Times Distance- On labour and its sonic ecologies’ en is nog te zien tot 29 augustus 2021. Het tijdelijk kunstwerk ‘Slopen is (g)een must’.door Judy van Luyk staat tot 5 september 2021 op de hoek van Crooswijksestraat en Crooswijkseweg in Rotterdam. Daarna is het achtereenvolgens te zien in Middelland, Delfshaven en bij het Chabot Museum.