Architectuur is een spel voor jonge mensen waarbij iedereen zelf mag uitmaken welk spel er voor oude mannen is weggelegd. Een bepaalde manier van architectuur maken is snel aan het verdwijnen en duidelijk is dat die witte oude mannen er samen mee zullen verdwijnen. Dat was de strekking van de ‘Dag van de nieuwe architect’ die de afdeling Bouwkunde deze week organiseerde bij het afscheid van Thijs Asselbergs als hoogleraar Architectural Engineering.
Gedurende deze dag werd onder leiding van Indira van ’t Klooster geprobeerd de figuur van deze nieuwe architect te definiëren, uit te dagen en op te leiden. Twee verhaallijnen liepen in deze zoektocht op onnavolgbare wijze door elkaar. Veel sprekers brachten de relatie tussen architectuur en technologie ter sprake. Weer anderen belichtten juist de (mis)representatie in de architectuur.
Creatieve probleemoplosser
In drie ronden werd nader ingezoemd op deze thematieken. Docent Annebregje Snijder verduidelijkte dat technologie niet louter dienstbaar hoeft te zijn aan architectuur, maar een ingredient vormt in de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke vragen. Deze notie keerde niet alleen terug in de presentaties van haar collega-docenten Mo Smit en Marcel Bilow, maar stond ook centraal in de bijdragen vanuit de praktijk.
Voor Pieter Stoutjesdijk is de architect een creatieve probleemoplosser met een sociale verantwoordelijkheid. Stoutjesdijk is met Chris Aerts een van de vele afgestudeerden die het afgelopen decennium met succes in specifieke niches hun digitale bedrijven hebben opgericht. Echter de alumni van deze studierichting vinden ook emplooi bij bureaus die engineering centraal stellen zoals Cepezed, Norman Foster of BCA, of juist bij bureaus waar architecten de dialoog aangaan met constructeurs.
Toekomst architectuur
Ook spraken architecten met wie Asselbergs de afgelopen jaren samenwerkte, waaronder Tom Frantzen die als een van de eerste architecten in Nederland besloot zelf te gaan ontwikkelen en mede aan de basis staat van het Open Bouwen. Karin Kuipers van Circle Wood ging in op de vraag hoe je op een praktische manier een groene circulaire omgeving kunt maken. Voor The Natural Pavilion van DP6 ontwikkelde haar bedrijf de Houtkernbouwmethode, waarmee gebouwen koppelbaar, stapelbaar en schakelbaar worden.
Verfrissend is de zuiver pragmatische wijze waarop vertegenwoordigers van deze nieuwe generatie te werk gaan. Asselbergs loofde dit vermogen in zijn afscheidsrede over de nieuwe architect, maar merkte op bij hen de bereidheid te missen om een scherp gesprek aan te gaan over de toekomst van de architectuur. Maar kan dit laatste alleen aan deze generatie worden toegeschreven? Het gebrek aan criteria en begrippen, waarmee zinnige uitspraken over gebouwen kunnen worden gedaan, is immers een veel breder probleem.
Architectuur als praktijk
Twijfels en zorgen klonken door in het boeiende gesprek dat Indira voerde met Veerle Alkemade en Aafke Simonides. Laatst genoemden onderzoeken de praktijk zelf en de manieren waarop in deze praktijken wordt gewerkt. Duidelijk werd dat deze nieuwe architecten, behalve in het beheersen van digits en het schrijven van codes, juist ook veel zien in samenwerking en onderlinge solidariteit. Voor de vraag hoe dat zijn weg gaat vinden in de praktijk, was het duidelijk te vroeg. Woorden als creativiteit, duurzaamheid en inclusiviteit bieden vooralsnog onvoldoende aanknopingspunten.
En Asselbergs zelf? Die ziet voor zichzelf een rol weggelegd als tussenman tussen oude en nieuwe generaties. Gelukkig maar. Want beide generaties kunnen elkaar aanvullen, zoals hij in zijn prachtige afscheidsrede na de pauze liet weten. Hij ziet zijn afscheid daarom niet als een einde maar als het begin van een gesprek dat gevoerd moet worden om te voorkomen dat architecten zelf verdwijnen in de groeiende kloof tussen architectuur en maatschappij.
Middenman tussen theorie en praktijk
Beide generaties hebben elkaar nodig en kunnen van elkaar leren, is Asselbergs’ heilige overtuiging. Als jonge architect had hij destijds veel opgestoken bij de op dat moment gevestigde architecten. Volgens hem moet je ook nu terugblikken en niet willen afrekenen met het verleden. Architecten moeten (opnieuw) leren een positie in te nemen, maar ze dienen tevens leniger te worden en brede coalities af te sluiten.
Meer nog dan tussenman van verschillende generaties, ontpopte Asselbergs zich zo tot middenman tussen theorie en praktijk. Hij formuleerde daarmee voor zichzelf een formidable opgave, iets wat je eerder zou verwachten in een entree- dan een afscheidsrede. Maar zoals menig spreker die middag al opmerkte, is het gezien Thijs’ energie, enthousiasme en betrokkenheid onwaarschijnlijk dat hij op zijn lauweren gaat rusten.
Info
‘Dag van de nieuwe architect’ vond plaats op dinsdag 4 juli 2023 op de faculteit Bouwkunde van de TU Delft ter gelegenheid van het afscheid van Thijs Asselbergs als hoogleraar Architectural Engineering. Moderator van het symposium was Indira van ’t Klooster, directeur van Arcam. Onder de titel ‘Over de nieuwe architect’ sprak Thijs Asselbergs zijn afscheidsrede uit. De gelijknamige publicatie ‘Over de nieuwe architect’ verscheen bij nai010 Uitgevers (ISBN 978-94-6208-817-7).