Niet door bouwen, maar door onnodig bouwen te verbieden maak je bouwen mogelijk

De Multitoren in Brussel, een reconversie van de brutalistische Philipstoren, laat zien dat hergebruik van gebouwen uit de periode 1960-1990, een volwaardig alternatief vormt voor sloop en nieuwbouw. Niet door bouwen, maar door onnodig bouwen te verbieden, maak je bouwen mogelijk.

Conix Rdbm en Rotor, Multi, Brussel

Je hoort het steeds vaker, moer er niet een sloopverbod komen? Zo spaar je niet alleen gebouwde vierkante meters, maar voorkom je bovendien CO2-uitstoot ten opzichte van nieuwbouw. Binnen dit pleidooi is bouwen niet de oplossing, maar het probleem. 

Recent maakte architect Marius Grootveld zich hier sterk voor, Marjolein van Eig en Martijn Blom gingen hem voor. Maar het idee dook al veel eerder op. Reeds in 2014 bepleitte gemeenteraadslid Peter Schol een sloopverbod, in reactie op de steun die de Rotterdamse wethouder Karakus gaf aan bouwplannen voor de Markthal, Calypso en De Rotterdam.

De impuls voor een sloopverbod heeft veel te maken met de herwaardering voor gebouwen uit de jaren 50-90 van de vorige eeuw, die nu op de nominatie staan om gesloopt te worden. Zo passeerde architect Jacob van Rijs jarenlang kantoorgebouw Blakeburg in Rotterdam, een ontwerp van Jan Hoogstad uit 1977, totdat hij zich plotseling realiseerde wat een mooi voorbeeld van polderbrutalisme dit is.

Volgens Van Rijs is voorzichtigheid geboden met sloop van dit soort gebouwen, niet alleen vanwege de veranderende appreciatie ervoor, maar ook vanwege de milieuschade die sloop oplevert. Volgens hem is het raadzaam te onderzoeken hoe je ze opnieuw kunt gebruiken.

Invoering sloopverbod

Als er een moment is geweest waarop een sloopverbod daadwerkelijk ingevoerd had kunnen worden, was dat bij aanvang van de pandemie in 2020. Op dat moment werden in ons land heel veel activiteiten opgeschort, het bouwen ging echter onverdroten door.

Helemaal niet meer bouwen is niet realistisch, stelt Van Rijs, maar stoppen met onnodig bouwen lijkt hem een goede eerste stap. Dus geen blind bouwverbod, maar eerst alle mogelijkheden onderzoeken om gedateerde gebouwen te bewaren, alvorens als het niet anders kan, eventueel te besluiten tot sloop. Eerder dan een bouwverbod is een verbod nodig op onnodig bouwen om bouwen mogelijk te maken. De verhouding tussen ontwerp, materiaalgebruik en materiaalwinning staat ter discussie en kan opnieuw worden doordacht. Zonodig door tijdelijk onnodig bouwen op te schorten.

Anders dan vaak wordt gesuggereerd, is bouwen beslist niet de oplossing van alle problemen waarmee we kampen. Heeft het zin om 1 miljoen woningen te bouwen als al zoveel woningen leeg staan? In Egypte staan bijvoorbeeld 12 miljoen woningen leeg, terwijl de regering het bouwtempo wil opvoeren. In landen als China en Spanje is het aantal spookwijken en -steden drastisch gegroeid. In Nederland is overproductie terwijl het tekort aan betaalbare en sociale woningen verder oploopt.

Conix Rdbm en Rotor, Multi, Brussel

Aandacht voor het bestaande

Het belangrijkste aan het sloopverbod is wellicht de vraag of en in hoeverre je gebruik kunt maken van het al bestaande. Naast behoud, blijft sloop zeker ook een optie, zeker als die op duurzame wijze kan geschieden. Zoals Kristian Borret ooit zei, kan sloop gerechtvaardigd zijn als de stedelijke leefkwaliteit op lange termijn op het spel staat. 

Naast economie, spelen ook duurzaamheid, stedelijkheid en monumentaliteit een belangrijke rol. Pas in een afweging van deze waarden, valt na te denken over de toekomst van een gebouw. Op dit moment wordt vaak vanuit kostenoverwegingen besloten tot sloop. Als ideologische overwegingen bij de besluitvorming een rol spelen, kan de keuze anders uitvallen. Maar dan nog moet die keuze passen in een business case.

Wanneer een gebouw vanuit het oogpunt van investeringen wordt beoordeeld, zit dat niet vast aan een waardering voor het bestaande, maar vanuit de verwachte opbrengsten ervan. Vanuit dit perspectief wordt een gebouw alleen behouden als je daarmee toekomstige gebruikers kunt aantrekken en dit een commercieel voordeel biedt.

Omkering bouwproductie en bewoonbaarheid 

Het is interessant dat nu een debat op gang komt over de houdbaarheid van de naoorlogse architectuur. Het zijn veelal gebouwen die een vertrouwd referentiepunt in de stad vormen. Als de vraag rijst wat te doen met deze gebouwen, is een antwoord niet eenduidig te geven. Voor ieder gebouw zal uiteindelijk afzonderlijk een afweging dienen te worden gemaakt. 

Zo bezien is niet een verbod op sloop en nieuwbouw, maar op onnodig bouwen nodig. Is het denkbaar om de relatie tussen bouwproductie en bewoonbaarheid om te keren? Kun je de stedelijke kwaliteit van een gebouw vooropstellen, oftewel de impuls die een gebouw via programma en ruimtelijk gelding kan geven aan de openbare ruime? Kortom, lukt het om niet te bouwen ten einde te kunnen bouwen?

Volgende week

Dit is het eerste deel in een serie artikelen over sloop en hergebruik. Volgende week: bespreking van Multi, de conversie van de voormalige Philipstoren in Brussel door Conix Rdbm Architects en Rotor