Je hoort er weinig over, maar architecten zijn opmerkelijk snel veel onzekerder geworden over hun economische vooruitzichten. Ofschoon sommige architectenbureaus nog altijd op zoek zijn naar personeel, worden op steeds meer plaatsen projecten in de ijskast gezet of afgeblazen. Dit noopt architectenbureaus tot reorganisaties en afvloeiing van personeel. Her en der wordt al verwezen naar de financiële crisis van 2008.
De inflatie is oorzaak nummer één van deze zorg. Zo zijn de kosten van bouwmaterialen het afgelopen jaar enorm opgelopen. Door de enorme energielast op alle bouwmaterialen zullen de prijzen niet snel terugveren. In combinatie met de stijgende rente en de haperende vergunningsprocessen zorgt dat voor de nodige vertraging. En andere punt van zorg is de groeiende discrepantie tussen stijgende bureaukosten en tegenvallende inkomsten.
Gezond economisch bedrijf
De vraag is of en in hoeverre het architectonische bedrijf in de afgelopen jaren überhaupt een gezond economisch bedrijf is geweest. Afgaande op de verhalen die nu rondgaan, kan dat worden betwijfeld. De kritiek op de procedures waarmee opdrachten worden gegund, zijn daarvan een eerste indicatie. Een onmiskenbaar andere negatieve ontwikkeling is dat betrokkenheid van architecten in toenemenden mate is beperkt tot de fase van VO en DO. Tot slot kan gewezen worden op te lange werkdagen in bureaus of de inzet van onderbetaalde stagiaires.
Op dit punt loont het te kijken naar het boerenbedrijf. Volgens Het Financieele Dagblad van 4 februari jongstleden is het boerenbedrijf in Nederland met bijna ieder agrarisch product verliesgevend geweest. Een van de redenen is dat agrarische ondernemingen primair “prijsnemers” zijn. Het geld wordt verderop in de keten verdiend en met terugwerkende kracht worden de boeren uitgeknepen. Het meest opvallende: ofschoon volgens de CBS-cijfers de helft van de boeren onder de armoedegrens leeft, zijn ze niettemin bereid op een houtje te bijten en hun passie te blijven volgen.
Dit alles leidt tot de conclusie, dat de huidige bedrijfsmodellen op de schop zullen gaan. Dat zal nodig zijn omdat anders over zeg tien jaar de boerenbedrijven in deze vorm niet meer zullen bestaan, aldus Het Financieele Dagblad. Bij architectenbureaus is het niet anders. Voor veel bureaus is het erop of eronder. De vraag is in hoeverre de transities op het gebied van duurzaamheid en digitalisering (tijdelijk) van tafel zullen gaan. Omdat dit gezien de klimaatverandering niet waarschijnlijk is, zal gezocht moeten worden naar een nieuw evenwicht tussen kostenreductie op korte termijn en investeringen op lange termijn. De laatste zijn nodig wil architectuur sociaal relevant blijven.
Reorganisatie van de branche
Deze reorganisatie is overigens al gaande. Onlangs werd bekend dat ingenieursbureau Sweco de architectenbureaus JHK Architecten en VAN AKEN heeft overgenomen. Deskundigen houden dergelijke overnames voor onvermijdelijk. Ingenieursbureau kopen aan de voorkant ontwerpers in om zodoende hun omzet te waarborgen en verder uit te breiden.
Het is een gevolg van een ontwikkeling die al langer aan de gang is. Nadat architecten hun traditionele spilpositie verloren in het bouwproces, spelen ze vooral nog een rol in de ontwerpfase. Nadeel hiervan is dat alleen het ontwerp een onvoldoende verdienmodel oplevert. Bovendien blijft de architect in de ogen van het publiek gelinkt aan de uiteindelijke kwaliteit, terwijl ze daar geen enkele greep meer op heeft (hooguit esthetische controle).
Opname in een groter verband biedt dus het nodige soelaas. Met een architect haal je de opdrachten binnen, verderop in de keten verdien je het geld. Maar de nadelen zijn er ook. De belangrijkste is het verlies aan autonomie aan de zijde van de architect. Ook dreigt het gevaar van middelmatigheid als de uitvoering een steeds grotere last gaat opleggen op de ontwerpfase.
Autonomie van de architectuur
Mogelijk alternatief is dat de architectuur een grotere autonomie claimt en laat zien wat haar waarde is. Het zou betekenen dat architecten zich minder laten ringeloren door andere betrokken partijen, maar voor zichzelf nieuwe bestaansgronden definiëren. Juist op een moment dat de condities zich opnieuw wijzigen, kan dat een vruchtbare exercitie zijn.
De marketing is in de architectuur enorm opgerekt, maar werkt daardoor steeds vaker als een rookgordijn waarachter de verdiensten van de architectuur schuil gaan. Architecten claimen duurzame gebouwen te maken, zonder daarbij duidelijk te maken hoe ze dergelijke uitdagingen architectonisch oppakken en tot succes maken. Teleurstellingen liggen zodoende op de loer.
In Nederland wordt de architectenpraktijk gedreven door de markt, hetgeen weinig ruimte laat voor culturele zaken. Architecten behoeven echter niet als enigen risico te lopen in de ontwikkelprocessen. Normen en plafonds voor de honoraria van architecten bieden op dit vlak een uitkomst. Vak- en brancheverenigingen kunnen hiervoor aanbevelingen doen. Want het blijft ook anno 2023 idioot dat architecten voor hun werkzaamheden minder inkomsten hebben dan advocaten of metselaars.