Oriëntering op de toekomst – Verticale stedenbouw in Nantes

De Franse stad Nantes werkt al weer zo’n dertig jaar aan haar stedelijke project. De resultaten hiervan zijn bemoedigend te noemen. Met behulp van verticale stedebouw zijn hybride constructies gemaakt die een pad uitstippelen naar de toekomst.

Oude machinehal op Île de Nantes Beeld Chris Troniseck

De Franse stad Nantes, in het westen van Frankrijk, kent een lange traditie als haven- en industriestad die teruggaat tot de zestiende eeuw. Ze ligt strategisch op de plek waar de rivieren Erdre en Sèvre uitmonden in de Loire. Afgelopen week bezocht ik de stad met een gezelschap van Mechelse architecten. Drie dagen lang bezochten we projecten in de binnenstad, op een eiland in de Loire en verder weg in de periferie. Onze tocht begon op Place du Bouffay bij het standbeeld van een man die met een been stevig op zijn sokkel staat en het andere been los laat bungelen in de lucht. Het was ons direct duidelijk, in Nantes doen ze alles net even anders dan elders.

Standbeeld Philippe Ramette, Place du Bouffay, Nantes Beeld Chris Troniseck

Stedelijk project

In de jaren tachtig nam de betekenis van Nantes als zeehaven af en kwamen verouderde gebieden vrij voor nieuwe stedelijke bestemmingen. De stad werd gedwongen zichzelf opnieuw uit te vinden, en kuste zich met cultuur weer tot leven. De meeste ingrepen concentreren zich op het Île de Nantes, een eiland ten zuiden van de binnenstad, overigens een samenstelling van verschillende eilanden die hier vroeger lagen.

Nantes begon in de vorige eeuw aan haar stedelijke project, precies op het moment dat de laatste scheepswerven hun poorten sloten. Toenmalig burgermeester Jean-Marc Ayrault besloot dat het eiland deel van de stad zou worden. Ik herinner me dat ik voor de Architect destijds de stad bezocht en verslag deed van dit project. In Parijs sprak ik in 1998 op een vroege zaterdagmorgen (duidelijk te vroeg) Alexandre Chemetoff over het plan dat hij voor dit gebied had gemaakt.

Île de Nantes in de negentiende eeuw

Projectontwikkeling

In 2010 nam de voormalige Vlaamse Bouwmeester Marcel Smets, samen met het bureau uapS (Depuydt & Van Daele) het stokje van Chemetoff over. Terwijl de laatste zich had geconcentreerd op de succesvolle transformatie van het waterfront en de industrieloodsen, ontwikkelden Smets en uapS een strategie waarmee de banden tussen het eiland en het hart van de stad verder werden aangehaald. Een andere intentie was de stad te laten groeien zonder het geheugen van het verleden uit te wissen.

De gemeente koopt de bouwterreinen aan, de ontwikkelaars gaan vervolgens aan de slag binnen strenge stedebouwkundige regels. Op het terrein komen tienduizenden woningen die alle dienen te voldoen aan de passiefnormen van de overheid. De overheid  op haar beurt investeert in de openbare ruimte en legt parken en groene boulevards aan. De landschapsarchitectuur is van hoog niveau. Door middel van nieuwe bruggen en buslijnen is bovendien de toegankelijkheid van het oude industrie-eiland sterk verbeterd.

Openbare gebouwen en woningbouw

Inmiddels hebben vele industriële gebouwen plaats gemaakt voor cultuurgebouwen, of een nieuwe bestemming gekregen. Tot deze behoren het Gerechtshof van Jean Nouvel, de Manny van Tetrarc en de Architectuurschool van Lacaton & Vassal. Tegelijkertijd zijn veel woongebouwen gerealiseerd. De verhouding tussen beide is lang niet altijd even duidelijk.

De Franse architectuur is voor een groot deel romantisch gekleurd. Hoekverdraaingen, spelen met volumes, en fraaie patronen zijn aan de orde van de dag. Hiervan is in Nantes veel te vinden. In contrast daarmee staat een andere traditie die valt te omschrijven als verticale stedebouw. Na enkele dagen met mijn Mechelse vrienden rondgelopen te hebben in Nantes, werd me duidelijk, dat deze traditie de meest vruchtbare is. Zowel het werk van Lacaton Vassal als Tetrarc speelt een sleutelrol in dit verhaal.

Gebouw in gebouw

De komst van de architectuurschool is een wezenlijke factor geweest in de regeneratie van het Île de Nantes. Dit gebouw is een stedelijke condensator die de mogelijkheden van het universitaire leven ten volle benut. Het vormt daarmee tevens een referentiepunt in de stedelijke dynamiek. De opzet is bepaald in een verticale stedenbouw, waarbij academische ruimtes gemengd zijn met publieke faciliteiten.

Iedere verdieping is opgevat als een maaiveld of begane grond. Het gebouw bestaat daarmee uit meerdere, boven elkaar liggende maaivelden. Het is in essentie niet een stapeling van verdiepingen die door trappen en liften onderling zijn verbonden.

Rond dit blok loopt een oplopende weg die de verschillende maaivelden ontsluit en met elkaar verbindt. Deze ‘ramp’ heeft aan de west- en zuid-gevel een lengte van 120 meter en kent een flauw stijgingspercentage van 5 procent. Ze breidt het oppervlak van de school met 6.000 m2 bruikbare buitenruimte uit.

Architectuurschool op Île de Nantes door Lacaton Vassal Beeld Chris Troniseck

Hybride constructie

Het gebouw grijpt terug op de industriële traditie van Nantes. Het is opgezet als een grootschalig industrieel gebouw, waarvan er op dit eiland zo veel hebben gestaan. Vervolgens is in deze structuur de architectuurschool ondergebracht. Het gebouw leent zich voor andere bestemmingen en laat zich gemakkelijk veranderen of uitbreiden.

De hoofdconstructie is een skelet van staalbeton. Drie massieve decks liggen op een hoogte van 9,16 en 23 meter. Deze constructie is drie maal zo sterk als nodig is, onder andere om bestemmingsveranderingen mogelijk te maken. Ook dient ze als drager van de secondaire staalconstructie waarmee het interieur is ingevuld. Hierin is het ruimtelijke programma van de school opgenomen, naast dubbelhoge hallen die uiteenlopende functies kennen.

Met zijn robuuste opzet en veranderbaarheid is de architectuurschool een hybride constructie die lang mee kan gaan en duurzaam gebruik oproept. Het idee van een skelet in een skelet is heel sterk, zeker als je bedenkt dat je naar huidige inzichten het tweede skelet in hout zult uitvoeren.

Woonblok met gemengde functies

Op het oostelijke deel van het eiland zijn al heel wat woningen en kantoren gebouwd. Van winkels, cafés en restaurants is vooralsnog weinig te bespeuren. In de plinten van de meeste blokken is er ruimte voor vrijgehouden, maar de meeste daarvan staan nog leeg. Om het aantal voorzieningen in de wijk te laten stijgen, is meer nodig. Toch zijn er de nodige blokken die eruit springen, Playtime van Tetrarc is er daar een van.

Playtime is een woonblok met gemengde functies en ligt op het oostelijke deel van het île de Nantes. Op de begane grond vormt een fitnessclub een lange glazen sokkel langs de straat. Daarboven ligt een sportschool. Op dit podium liggen rond een binnentuin een studentenhuis met 57 eenheden, 38 appartementen en 8 duplexwoningen. De laatste spelen met de iconische vorm van het huis. Hun woonoppervlak is dankzij een dubbelhoge plantenkas met een derde vergroot. Met deze assemblage van verschillende volumes en elementen tracht de architect op de schaal van het bouwblok de diversiteit van de traditionele stad te evenaren. 

Playtime in Nantes door Tetrarch Beeld Harm Tilman

Traditie sociale woningbouw

Een vergelijkbare benadering is gevolgd in Tetrarc, een project in de wijk Les Dervallières uit de jaren zestig. Op een locatie is een ‘barre’ (schijf) met een lengte van 110 meter gesloopt en vervangen door nieuwbouw die subtiel in tweeën is gedeeld onder een hoek van 21 graden. In het ene deel zijn de sociale huurwoningen opgenomen, in het andere deel de sociale koopwoningen. 

De 39 woningen (ondergebracht in 11 huizen) worden op de eerste verdieping ontsloten door een galerij en op de de derde en vierde verdieping door de losstaande passerelle, een element dat we in Playtime ook al tegen kwamen en dat is ontworpen op het mogelijk maken van ontmoetingen.

Boreal in Nantes door Tetrarc Beeld Chris Troniseck

Aan de zuidgevel beschikken de woningen over grote kassen die op natuurlijke wijze worden geventileerd door open te schuiven ramen of daklichten. Het woonoppervlak wordt hiermee aanzienlijk uitgebreid. Iedere woning beschikt voorts over een tuin die aan de voet van het gebouw ligt en varieert in grootte van 25 tot 100 vierkante meter. In een kleine serre kunnen de bewoners hun gereedschap kwijt.

Boreal in Nantes door Tetrarc Beeld Chris Troniseck

Met beide projecten vindt Tetrarc aansluiting bij de traditie van sociale woningbouw, die in de jaren negentig van de vorige eeuw wreed werd onderbroken. Tegelijkertijd geeft het met nieuwe bouwdelen en elementen en door middel van het materiaalgebruik een vernieuwend antwoord op de vraag naar duurzame sociale huisvesting. Tot slot weet het met minimale middelen de woonkwaliteit te verhogen door de woningen naar buiten toe uit te breiden met behulp van passerelles, kassen en tuinen.

Paden naar de toekomst

In het huidige debat over de stad staat het streven naar groei en uitbreiding steeds meer ter discussie. In veel kringen wordt openlijk gesproken over post-growth, waarbij het streven naar winst wordt ingeruild voor het vergroten van de welvaart.

Dat leidt tot een wezenlijk andere vorm van stedenbouw, gericht op transformatie en recycling. Elementen hiervan zijn het activeren van het binnenstedelijke gebied, de herprogrammering van leegstaande gebouwen en gronden, de renovatie en intensivering van de bestaande voorraad en de integratie van bestemmingen tot gemengd gebruik.

Als dit de toekomst is, dan bieden de hybride constructies in Nantes dus voorbeelden van paden die naar deze toekomst kunnen leiden.