Bij de ingang van de Provada in Amsterdam krijg ik een exemplaar van Property.NL in de hand gedrukt. Dit jaar dringt de politiek voor het eerst door tot op de beursvloer, schrijft hoofdredacteur Wabe van Enk treffend op de voorpagina. Het zal niemand zijn ontgaan. Al in de weken voor de Provada voerden beleggers actie tegen de Wet Betaalbare Huur van Hugo de Jonge, naar nu blijkt tevergeefs.
Voor de deur staat een kleine groep mensen achter dranghekken. Ze delen folders uit met een stevige boodschap: “Stop de vastgoed profiteurs. Weg met de Provada”. Het is nogal wat, maar als ik het de mensen vraag blijkt dat het ze te doen is om de veel te hoge huren. Op de beursvloer vragen veel mensen zich af of dit protest zal aanzwellen en mogelijk de beurs gaat verstoren.
Lancering van SWECO Architecten
Ik spoed me naar de hal met de stand van SWECO. Ik kan hem niet vinden, ook al was me verteld dat ik hem zo zou zien. Te midden van alle andere uitingen die om aandacht schreeuwen, valt hij echter niet direct op. Op de stand wordt SWECO architecten gelanceerd, een presentatie die ik mag modereren. Het is veel drukker dan verwacht en achteraf hoor ik dat door de grote opkomst niet alle belangstellenden de “stille presentatie” met een koptelefoon konden volgen.
Marianne Vermijs heet SWECO Architecten welkom en legde uit waarom het ingenieursbureau architectuur heeft binnengehaald. Ik wordt voorgesteld aan architecten die ik normaal gesproken niet tegenkom. Na haar spreekt Ulla Bergström die voor de gelegenheid uit Zweden is overgekomen. Zij houdt een bijzonder verhaal over de huidige opgaven en de rol die SWECO architecten in deze processen wil spelen.
Aansluitend interview ik Titia Luiten en Anthony Gijsbers die afkomstig zijn uit twee verschillende architectenbureaus, en vanaf 1 juli de creatieve en zakelijke directeur van het nieuwe bureau zijn. Het is voor beiden een bijzondere stap, naar ik vermoed een heel plausibele in de huidige omstandigheden. Als architectenbureau vergroot je je slagkracht enorm, zodra je deel gaat uitmaken van een grotere organisatie.
Hoogbouw op Oerol
Na de afsluitende borrel stap ik in de trein terug naar Terschelling waar ik de gehele week het Oerol festival bijwoon. Een boeiende editie van een geweldig festival, maar zelden was het zo koud, regenachtig en winderig als dit jaar. Op maandag werden zelfs de nodige voorstellingen afgelast. Veel mooie voorstellingen gezien, mijn top drie: Highrise (Orkater/ Konvooi), Huis G (Via Berlin) en Meer dan Bauxiet (Emma Lesuis / Silbersee). Alle voorstellingen zijn meer dan actueel en hebben iets zeer urgents.
High-Rise door Orkater/ Konvooi bijvoorbeeld is in grote lijnen gebaseerd op de gelijknamige roman van J.G. Ballard. De voorstelling wordt gespeeld op een duintop, een geschikte plek om hoogbouw van veertig verdiepingen te suggereren. Het gebouw van de toekomst herbergt de belofte van een nieuwe wereld en is van alle gemakken voorzien, waaronder een zwembad, een restaurant en een supermarkt.
Toch loopt het verschrikkelijk uit de hand. Het begint met een champagnefles die van de hoogste etages naar beneden wordt gegooid en op een balkon kapot valt. Dan drijft na een elektriciteitsstoring een dode hond in het zwembad. En zo escaleert het geweld. Hoop wordt angst. De angst voor onbekenden, voor anderen en voor vreemdelingen gaat het leven dicteren. “Angst, zeggen de makers in een interview, is misschien wel een vruchtbaardere bodem voor verandering dan hoop”.
Van de sokken geblazen: Stadhuis Den Helder
Eens in de zoveel tijd worden gebouwen opgeleverd die je van de sokken lijken te blazen. Dat was in hun tijd zo met het Burgerweeshuis in Amsterdam, de Peperklip in Rotterdam en het Danstheater in Den Haag, en zo nog wat gebouwen. Nu is er dan het Stadhuis Den Helder. In dit gebouw komen zaken bij elkaar die ook zichtbaar zijn in andere contemporaine gebouwen, maar die hier tot een bijzondere synthese zijn gebracht.
Het is een geweldig project, resultaat van de vruchtbare samenwerking tussen architectenbureau Office Winhov en restauratie architect Van Hoogevest. Maar er valt veel meer over te zeggen. Hoe kan het dat een stadhuis wordt gevestigd in twee voormalige werfgebouwen? Spreekt uit dit project niet een geheel andere opvatting over hergebruik? Hoe zijn de architecten te werk gegaan? Over deze en andere vragen schreef ik een drieluik: deel 1, deel 2 en deel 3.
Top 5 architectuurlezingen 2023
Op verzoek van redacteur Stephan Petterman schreef ik voor het nieuwe Jaarboek Architectuur over de vijf beste architectuurlezingen van 2023. Een ogenschijnlijk eenvoudige klus, maar dat was het bij nader inzien niet. Want hoe baken je de periode af? En hoe ga je om met lezingen die je niet hebt gevolgd? Ook was het een heel werk om van de ruime selectie die ik aanvankelijk had, te komen tot de vijf lezingen die je “gevolgd moet hebben” in 2023. Ik selecteerde uiteindelijk die lezingen die behalve dat ze zelf interessant zijn, ook iets vertellen over onze hachelijke architectonische cultuur.