Ruimte voor intelligentie – Jakoba Mulderhuis in Amsterdam door Marc Koehler Architects, Powerhouse Company en de Architecten Cie

Nog maar zelden laten scholen zich iets gelegen liggen aan een mogelijk mandaat in het kader van een groter geheel. Vooral de eigen bedrijfsvoering telt. Zo niet bij de Hogeschool van Amsterdam. Met thema’s als klimaat en duurzaamheid stuurt ze de programmering voor het onderwijs aan en stimuleert ze de samenwerking tussen disciplines. Het Jakoba Mulderhuis is een gebouw dat door ruimte te bieden voor intelligentie, deze processen optimaal ondersteunt.

Project:
Jakoba Mulderhuis

Ontwerper:
Marc Koehler Architects, Powerhouse Company en Architecten Cie

Locatie:
Amsterdam

Type:
Onderwijs en onderzoek

Jakoba Mulderhuis op hoek van Wibautstraat en Singelgracht te Amsterdam Beeld Sebastian van Damme

Een atrium is een grote, open ruimte die zich meestal in het centrum van een gebouw bevindt en dankzij de klimatisering het gehele jaar door kan worden gebruikt. In het pas opgeleverde Jakoba Mulderhuis vormt het een opvallende verschijning, onder meer door de meanderende terrassen en de voormalige buitengevel van het Theo Thijssenhuis. Het is de plek waar studenten elkaar ontmoeten, studeren en begeleiding krijgen van docenten.

Het gebouw, vernoemd naar de vermaarde stedebouwkundige Jakoba Mulder (1900-1988), is de thuisbasis van de Faculteit Techniek, waaronder ook de Bouwkunde-opleiding valt. Marc Koehler (MKA) en Nanne de Ru (Powerhouse Company), beiden zelf oud-studenten, maakten het ontwerp en betrokken in 2012 Pi de Bruijn (Cie) bij het project. Stefan Prins (Powerhouse Company) vervulde de rol van projectarchitect en leidde het ontwerpteam. Odette Ex (Ex Interiors) is gevraagd voor het interieur, een deel hiervan is in 2020 uitgevoerd door Studio Groen+Schild.

De prijsvraag uit 2012 vroeg om een losstaand gebouw, gelegen voor het Theo Thijssenhuis. Als je dat zou doen, ontdekten de ontwerpers, kon je ofwel een atrium met een diepte van 5 meter maken, ofwel zeer ondiepe onderwijsvloeren. Twee keer niets derhalve. De architecten besloten daarom twee vrijstaande volumes te maken en de tussenruimte met het Theo Thijssenhuis in te zetten als atrium. 

Atrium met meanderende terrassen. Rechts op de foto is nog net de voormalige buitengevel van het Theo Thijssenhuis te zien. Beeld Sebastian van Damme

In de horizontale laagbouw (met een hoogte van 33 meter en zes verdiepingen) langs de Singel zijn onderwijsvloeren met een diepte van 18 meter gemaakt. In het aangrenzende atrium is op de terrassen volop plaats voor de gewenste interactie tussen de verschillende disciplines van de faculteit techniek. Naast de horizontale laagbouw staat een verticale toren (54 meter, 13 verdiepingen) die voor de studenten functioneert als uitkijkpunt over de stad.

Delen van ideeën

De atriumruimte komt voort uit een analyse van de programma’s en processen die in het techniekonderwijs een rol spelen. Onderwijs bestaat niet louter uit kennisoverdracht, maar betekent steeds vaker, met name in de hogere onderwijsjaren, werken aan complexe vraagstukken in projectgroepen. Studenten gaan daartoe op in zogenoemde ‘communities’, zoals de ‘Community of Learners’ in de hoogbouw, naast de ‘Community of Practitioners’ in de laagbouw.

Als je studenten, docenten en onderzoekers uit verschillende disciplines en met uiteenlopende achtergronden in dergelijke communities onderbrengt, zo is de veronderstelling, zal dit leiden tot ontmoetingen die op hun beurt het delen van ideeën bevordert.

Serendipiteit noemen de ontwerpers dit. De Amerikaanse stedenbouwkundige Jane Jacobs wist al te vertellen, dat dergelijke onverwachte ontmoetingen op straat meer kans hebben dan in het kantoor van haar tijd. Uitdaging is dus om ze ook binnen gebouwen te stimuleren. Dit leidt tot de vorming van onderwijsgebouwen die de straat naar binnen halen en een platform bieden voor het aanmoedigen van onverwachte interacties en daarmee van innovatie.

Deze verschuiving zie je terug in een geheel andere ratio van onderwijsruimte versus circulatieruimte. Het bruto vloeroppervlakte bedraagt 25.000 m2. Daarvan nemen de onderwijsruimtes 8.381 m2 in beslag en de verkeersruimte 4.622 m2. Het atrium zelf heeft een oppervlakte van 7.934 m2.

Het atrium is in de eerste plaats een ruimte voor studenten, docenten en onderzoekers, kortom voor diegenen die daar iets te zoeken en te doen hebben. De ruimte articuleert zodoende iets anders dan circulatie (van mensen en lucht). Het is geprogrammeerd op ontmoetingen en maakt het mogelijk om op de aan de verdieping grenzende terrassen een ‘sur place’ te maken.

Terrassen in het atrium Beeld Sebastian van Damme

Dialoog met de stad

Om de kwaliteiten van dit gebouw tot zijn recht te laten komen, hebben de architecten hun ontwerpactiviteit geconcentreerd op die zaken waarin deze het beste tot zijn recht komt. Naast het interieur, zijn dat de verhouding van het gebouw tot de stad, de flexibiliteit waarmee gespeeld kan worden, en tenslotte de gevels.

Het gebouw is van binnen naar buiten, maar eveneens van buiten naar binnen ontworpen, in een dialoog met de stad. Het ligt op de hoek van Wibautstraat en Mauritskade, op de grens van stadscentrum en binnenstedelijke periferie. Tegelijkertijd is het onderdeel van de campus rond de Wibautstraat. Deze campus is uitgegroeid tot een echte stadscampus, met onderwijsgebouwen, voorzieningen en faciliteiten en een levendigheid die de omliggende buurten ten goede komt.

Naast zijn plek in de stad, aan de Singelgracht en als onderdeel van de campus, vormt het Jakoba Mulderhuis met het tegenoverliggende Benno Premselahuis een symbolische stadspoort. Deze vormt een bekroning van de Wibautstraat die in Amsterdam is uitgegroeid tot een belangrijke stadsas. 

Het verticale deel is door een insnede op de 9e verdieping gearticuleerd in twee volumes. Het onderste volume heeft dezelfde hoogte als het Benno Premselahuis aan de overzijde van de Wibautstraat. Tevens staan beide gebouwen op een zelfde afstand van deze straat. De poortfunctie wordt hiermee versterkt.

De Hogeschool verstevigt met dit verticale accent haar aanwezigheid in de stad. Duidelijk is dat ze hiermee haar invloed vergroot. Maar tegelijkertijd zorgt het horizontale deel met atrium ervoor dat het onderwijs dichter bij het stedelijk leven komt te staan en daarin voor een deel overvloeit.

Flexibiliteit op korte en lange termijn

De ontwikkeling van het hoger onderwijs is een dynamisch gebeuren. Pedagogische visies houden zelden langer dan vier jaar stand. Onderwijsgebouwen moeten kunnen meebewegen met deze dynamiek, bij het Jakoba Mulderhuis is het niet anders. Zodra een onderwijsvisie zich wijzigt, laat de indeling van het gebouw zich gemakkelijk aanpassen.

Onderwijsruimte Beeld Sebastian van Damme

Ook op langere termijn zijn functiewijzigingen mogelijk. Aan de flexibiliteit van het gebouw is in het ontwerp veel aandacht besteed. Beide volumes kunnen los van elkaar functioneren en zijn onder andere uitgerust met hun eigen installaties. De gevels zijn bovendien demontabel.

Rustpunt is het betonnen casco dat 100 jaar kan meegaan. Met de inbouw is daarentegen veel mogelijk: naast onderwijs kun je hier in een verre toekomst woningen maken, kantoren inbrengen of een hotel beginnen. In dergelijke gevallen zou het atrium bijvoorbeeld als binnentuin of lobby kunnen functioneren.

Verlopende gradiënt

Met dit ontwerp verwerft de beoefening van architectuur zich een heldere plek in het maatschappelijke leven. Dat zie je ook terug in de indeling van de gevels. In het Jakoba Mulder huis gaan mensen studeren die vol idealisme zitten en de wereld willen bestormen. Dat optimisme laten de ontwerpers in de gevels terugkeren met een kleurstelling die ze zelf karakteriseren als blond en die contrasteert met de gevel van het nabijgelegen pand van Friedhoff.

Ondanks deze uitstraling sluit het gebouw goed aan bij de omliggende, historische bebouwing. De gevel is gemaakt van Jura natuursteen. Van de aluminium kozijnen zijn de dagkanten afgevlakt. Daglicht kan daardoor diep het gebouw indringen. In de gevel is een uitwaaierend patronen waarneembaar, een zichtbaar verlopende gradiënt die een soort van stijgende lijn van linksonder naar rechtsboven vertegenwoordigt.

Laagbouw aan Singelgracht, op de achtergond de toren aan Wibautstraat Beeld Sebastian van Damme

Ruimte voor intelligentie

In dit gebouw lossen de architecten een groot aantal problemen op. Juist in combinatie met elkaar vormen deze oplossingen een spannend geheel. Een voorbeeld is de entree. Direct wanneer je binnenkomt, heb je zicht op het grote atrium. Maar eenmaal op de platforms in het atrium betreed je een eigen wereld waarin je met behulp van gordijnen specifieke onderwijsruimtes creëert.

Deze opzet sluit aan op de grote omwenteling van boeken naar netwerken, die gedurende de laatste drie decennia in de cultuur plaatsvond en die ervoor heeft gezorgd dat de intelligentie weer alle kansen en ruimte kreeg. Het onderwijs speelt hierop in met projecten en projectgroepen, alsmede mogelijkheden tot samenwerken, je bekwamen en inspireren. In het Jacoba Mulderhuis zijn de studenten juist niet afgesneden van datgene wat buiten hun eigen sfeer ligt.

Deze bewuste ambiguïteit of tweeslachtigheid maakt de faculteit tot een uitermate spannend project. Dit bouwwerk is zowel monumentaal als open, stoer als elegant, zwaar als licht. Alles komt dan aan op het vinden van een juiste balans tussen het bijzondere en het algemene, tussen ervaring en opleiding. In deze werkplaats voor de geest is dit evenwicht op een schitterende wijze bereikt.

Jakoba Mulderhuis in Amsterdam

Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam (HvA) Architect Team RSG: Marc Koehler Architects, Powerhouse Company en de Architekten Cie Ontwerpteam Marc Koehler (MKA), Nanne de Ru (PHC), Stefan Prins (PHC), Pi de Bruijn (CIE), Antoine van Erp (PHC), Ard-Jan Lootens (PHC), Carlos Moreira (MKA), Drazen Krickovic (MKA), Elisa Diaz-Llanos Lorenzo (MKA), Frank Segaar (CIE), Jessie Andjelic (PHC), Kevin Laurence Snel (MKA/CIE), Loed Stolte (MKA), Joan Marion (PHC), Maarten Verhelst (MKA), Nicola Placella (CIE), Rink Alberda (CIE), Sander Apperlo (PHC), Stijn Kemper (PHC), Sybren Woudstra (CIE), Thomas Wellink (MKA) Adviseur Constructie ABT, Delft Adviseur installaties Royal Haskoning DHV, Amersfoort Adviseur bouwfysica LBT Sight, Nieuwegein Interieurarchitect Ex-interiors, Nieuwegein en Studio Groen+Schild, Deventer Renderings MIR Programma Universiteit Oppervlakte 27.000 m2 Uitvoering Visser & Smit Bouw, M.J. de Nijs & Zonen en Unica Installatietechniek Ontwerp 2012 Oplevering 2022

Tekeningen