Door Marc Dubois – De mens bouwt vanuit een behoefte, een noodzaak. Het bieden van een beschutting tegen weer en wind, tegen koude en warmte. Muren en daken markeren de grens tussen buiten en binnen. Om een interieur toegankelijk te maken worden deuren aangebracht. Om lucht en daglicht toe te laten komen er openingen in de buitenwanden, dit zijn dan vensters.
Om de ruimte te kunnen gebruiken heeft de mens meubilair nodig, vaste en vooral losse objecten die nodig zijn om het dagelijkse leven mogelijk te maken. Kasten om een grote diversiteit aan spullen onder te brengen. Stoelen en zetels om te kunnen zitten en bedden om te kunnen slapen. Terwijl een zitobject in directe relatie staat tot het menselijk lichaam, is de tafel het meest een architectonisch object, een horizontaal vlak evenwijdig aan de vloer en op hoogte gehouden door meestal vier poten, vier kolommen.
Horizontaal bovenvlak
Veel ontwerpers benadrukken dat het ontwerpen van een stoel eenvoudiger is dan het bedenken van een nieuwe tafel. Dit komt in de eerste plaats omdat het archetype van de tafel veel fundamenteler is, alleen al door de onafwendbare noodzaak van de horizontaliteit van het bovenste grensvlak. Wanneer aan dit laatste niet wordt voldaan is er geen sprake van een tafel, wel van een artistieke interpretatie.
Wie de meubelgeschiedenis analyseert komt tot de vaststelling dat het bij tafels vrijwel nooit gaat om een complete vernieuwing, maar steeds om het herinterpreteren van wat reeds bestaat. Je kunt zelfs stellen dat de twintigste eeuw met haar snel op elkaar volgende vernieuwingsgolven geen nieuwe typologie van de tafel heeft voortgebracht. Juist binnen deze evidentie is de H²O creatie een interessant en intelligent ontwerp.
Geminiaturiseerde architectuur
De tafel behoort tot de wereld van de architectuur. Een stoel bezit een directe relatie met ons lichaam, hij is de contravorm van de menselijke gestalte. De structurele opbouw van een tafel verwijst naar de elementaire betekenis van de habitat, een plek van beschutting. Iedereen van ons heeft als kind graag onder een tafel gespeeld, omdat zij met het bijhorende tafelkleed juist een schaalverkleining is van het huis. Een tafel kan je beschouwen als geminiaturiseerde architectuur.
In onze Westerse cultuur is de typologie van de tafel geïntroduceerd als een object met een horizontaal vlak, dat toelaat al zittende diverse activiteiten van ons dagelijks leven te laten plaatsvinden. Een tafel biedt plaats om te eten, te lezen, te werken, te communiceren. Met familie en vrienden aan tafel doorbrengen is een heerlijk moment. De Duitse taal bezit daarvoor een treffend woord: de “Stammtisch”, de tafel van de gastvrijheid.
Wisseling van de wacht bij BULO
Bij het Mechelse bedrijf BULO vindt in de eerste helft van de jaren ’90 een grote transformatie plaats. In 1994 komt de jongere generatie van de familie Busschop in het bedrijf van hun vader Walter, de oprichter van BULO. Dit geeft een nieuwe dynamiek aan de onderneming en gelijktijdig wordt nagedacht over de vraag welke nieuwe producten men op de markt wil brengen met de bijhorende strategie en beeldvorming. Dat jaar start ook de samenwerking met externe ontwerpers en adviseurs. Het is het geboortejaar van de H²O.
Claire Bataille (1940) en Paul ibens (1939-2020) zijn als interieurarchitecten afgestudeerd aan de Antwerpse Academie. Wanneer zij in 1968 de beslissing nemen om samen te werken, kiezen zij bewust voor de naam: Bataille & ibens Design. Geen toevoeging van “interieurarchitecten”, wat destijds meestal neerkwam op een ondergeschikte positie aan een architect. De invloed van hun leraar en mentor, architect Jules De Roover, valt niet te ontkennen. Zijn pleidooi was steeds dat het niet gaat om het aankleden van de ruimte, maar om als volwaardige ontwerper structuur te geven aan de ruimte met bijhorend meubilair.
Ambitie Bataille & ibens
Hun ambitie had betrekking op het brede veld van het ontwerpen, van object tot nieuwbouw. Met hun commodekast hadden zij reeds in 1966 een iconisch meubel gemaakt, een object met een grote vintage waarde.
Het duo Bataille & ibens is in België een begrip en wordt zeer gewaardeerd. Hun werk is in belangrijke buitenlandse tijdschriften gepubliceerd. Veel van hun vernieuwde winkelruimtes uit de jaren negentig van de vorige eeuw zijn ondertussen allemaal gesloopt. Te vaak wordt hun werk ten onrechte omschreven als minimalisme, terwijl het juist een uitgepuurde rijkdom bezit van verhoudingen en materiaalbeheersing, een nobele eenvoud die rust kan brengen.
Het Design Museum Gent bracht in 2003 een overzicht van hun werk en er verscheen een boek met een overzicht van hun creaties sinds 1968. Het archief van Bataille & ibens wordt zorgvuldig bewaard in het VAI, het Vlaams Architectuurinstituut in Antwerpen.
Cirkel en vierkant
Anno 2024 is het 30 jaar geleden dat de H²O werd gelanceerd tijdens de internationale Interieur Biënnale in Kortrijk in 1994. Het wonderlijke van dit verhaal is dat de H²O nog steeds in productie is en deel is gaan uitmaken van de Europese design geschiedenis én de collectieve geschiedenis van de vormgeving in België.
Terwijl de meeste tafels ronde of vierkante poten hebben, bezit de H²0 een andere verschijning. Ook hier is de lange traditie van de architectuur bepalend, waarin ofwel vierkantige of ronde zuilen voorkomen. De ronde zuil verwijst naar de natuur, naar de boom als symbool van het leven. De Duitse architect Ludwig Mies van de Rohe bedacht een kruisvormige, gelaste stalen kolom waarop een bekleding is aangebracht. Het is één van de belangrijkste elementen van het Duits paviljoen voor de expo van 1929 in Barcelona.
Kruisvorm
Bij Bataille-ibens is iets anders aan de hand. Zij deden eind jaren ’70 een studie naar prefabricatie met houten balken waarbij de kruisvorm meer mogelijkheden biedt dan de cirkel of het vierkant. De constructie van details is een zoeken naar optimale mogelijkheden van verbindingen.
De keuze voor de kruisvorm bij de H²O tafel biedt veel voordelen. In één van de vier hoeken voor de verticale poot, dat wil zeggen de hoek aan de binnenzijde, is het mogelijk om bijna onzichtbaar een mechanisme aan te brengen waarmee je de hoogte van het horizontale blad kunt aanpassen. In het geval van kantoormeubilair is dit een expliciete vraag, een eis.
Een tweede bijzonder kenmerk is het visueel laten zweven van het horizontale blad. Op deze wijze wordt bij de H²O een overgangszone gemaakt tussen het horizontale en het verticale deel, dit in tegenstelling tot de meeste tafels die een continue overgang kennen tussen blad en poten. In de eerste versie was het bovenblad 5,5 cm dik, maar ook werden kleine secties geïntroduceerd in verschillende materialen. Er werd zelfs een outdoor versie gemaakt. De basisvorm van de poten is in alle gevallen identiek.
Tafel krijgt een naam
Na of gelijktijdig met het ontwerpproces is gezocht naar een naam, zoals dit het geval is bij de geboorte van een mens. Het is een middel om onderscheid te kunnen maken, om het ontwerp te verpersoonlijken. De Franse ontwerper Philippe Starck kiest vaak voor namen die familieleden zouden kunnen zijn (Miss Dorn, Mr. Bliss, Marie, enz.) of de locaties waarvoor ze zijn ontworpen, zoals bij de stoel voor Café Costes.
De Belgische ontwerper Maarten van Severen maakte altijd letter- en cijferafkortingen in de traditie van de avant-garde uit het Interbellum. Zijn .03 stoel voor Vitra (1998) werd een wereldsucces en is nog steeds in productie. Kort nadien kreeg Maarten Van Severen de opdracht van BULO voor een werktafel. Het werd de uitzonderlijk SCHRAAG, een andere typologie om een horizontaal blad aan te brengen.
Evident als water
Welke naam kan je geven aan een bureaumeubel dat de verschijning heeft van een tafel? Zo evident als water, H²O! Voor de presentatie in Kortrijk werd tegen de wand een lange rij kleine donkerblauwe waterflesjes met het logo H²O aangebracht. De internationale presentatie vond plaats tijdens de Biënnale van 1996. Tussentijds werkten de ontwerpers samen met de designploeg van het bedrijf door aan de verbetering van alle details.
In het zelfde jaar 1996 startte BULO met de Carte Blanche collection. Het bedrijf nodigde eminente designers, architecten en mode-ontwerpers uit om in een ontwerp te verduidelijken wat voor hen een “werktafel” kan betekenen. Gelijktijdig werd gestart met een nieuw bureau concept, de M2, een ontwerp van Luc Vincent en de Bulo Designers.
In 1996 was ik curator van de Biënnale Interieur en nodigde ik als eregast Jean Nouvel uit. De centrale expositie met bijhorende publicatie had als thema de tafel. Mijn keuze werd bepaald door de geschiedenis van de typologie van de tafel als architectonisch object.
Verdwijnende grens tussen eet- en werktafel
Misschien ligt daar een verklaring voor het succes van de H²O tafel. In de kantoormeubilair branche worden vaak ontwerpen gemaakt die zijn afgestemd op de werkomgeving en die niemand wil plaatsen in zijn eetkamer. Deze opsplitsing vervaagde geleidelijk. De dure “Nomos” tafel van Tecno (1986) die is ontworpen door Lord Norman Foster, was bedoeld voor het directiebureau maar kwam ook al tevoorschijn in de eetkamer. Een ommekeer is de tafel “Less” (1984) die Jean Nouvel ontwierp voor Fondation Cartier in Parijs.
Ongeveer gelijktijdig ontstond de H²O. Om de huiselijke dimensie te benadrukken werd in 1996 het ontwerp fotografisch gepresenteerd met een geïntegreerde, kleine versie van de “Constanza” lamp (Luceplan) ontworpen door Paolo Rizzatto. Dit is geen technische bureaulamp maar een ontwerp met een traditionele lampenkap als referentie. Het versterkt het gevoel van “back to basic”.
Zoals in de gastronomie de fusion-keuken opgang maakte, zo veranderden ook de retail- en kantoorruimtes. Voor hun schitterende VERSO winkel in Antwerpen kozen Claire Bataille en Paul ibens voor de zetels die Maarten van Severen had ontworpen.
Design klassieker
De H²O is uitgegroeid tot een klassieker van het design. Het is een ontwerp van twee talentvolle designers die samen met een dynamisch bedrijf iets op de markt brachten dat vernieuwend was en tegelijkertijd een evidentie uitstraalde. Het is bijzonder moeilijk iets te ontwerpen dat een vertrouwde indruk nalaat, alsof het reeds lang bestaat, en toch een vernieuwing bezit. Met hun H²O tafel zijn Claire Bataille en Paul ibens hier ten volle in geslaagd.
Verder lezen
Marc Dubois, Jacques De Visscher, Geert Bekaert, Andrea Branzi, De Tafel – The Table, Stichting Interieur Foundation, Kortrijk, 1996; Marc Dubois, ‘La dimensione del tavolo, The Table Dimension’, in: Lotus International (Italië), nr.98, 1998, pp.112-131; Marc Dubois, ‘Op zoek naar de nobele eenvoud: het werk van Claire Bataille en Paul ibens’, in: Vlaanderen, nr. 284, januari-februari 2001, pp. 18-23; Marc Dubois, ‘Op zoek naar de nobele eenvoud’, in: Claire Bataille-Paul ibens / Projecten en objecten 1968-2002, Ludion, Gent-Amsterdam, 2003, pp. 164-177