Tussen kopie en origineel – Huttens remake van Rietvelds 1401 stoel

De vraag wat je met bestaande ontwerpen kunt doen, wint aan belang. Onlangs nam Richard Hutten de 1401 stoel van Wim Rietveld onderhanden. Het resultaat is qua complexiteit te vergelijken met een gebouw. Het verwijst naar het origineel, maar spreekt door zijn verbeterd comfort ook nieuwe gebruikers aan.

De door Wim Rietveld ontworpen fauteuil 1401 uit 1954 is door Richard Hutten opnieuw ontworpen vanuit het oogpunt van comfort.

De remake die Richard Hutten heeft gemaakt van de 1401 stoel van Wim Rietveld, lijkt als twee druppels water op het origineel. Toch is deze gelijkenis maar schijn. Op een aantal essentiële punten verschilt de nieuwe versie van de vorige. Dat is het knappe van deze remake: ze verwijst naar het origineel, maar is zo ontworpen dat ze nieuwe generaties gebruikers zal aanspreken. Want hoezeer de nieuwe 1401 ook op de oorspronkelijke lijkt, ze is geen slaafse kopie. Ze zet daarmee gangbare opvattingen over auteurschap en kopieën over boord.

Wie was Wim Rietveld?

Wim Rietveld (1924-1985) was de zoon van Gerrit Rietveld en volgde zijn opleiding tot ontwerper aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Tussen 1953 en 1956 leidde hij de ontwerpafdeling van Gispen. Over het ontwerp had hij een duidelijke opvatting: eerst diende het ontwerp volgens hem vooral technisch goed in elkaar te zitten, daarna kon je als ontwerper in alle rust maten en verhoudingen gaan bepalen. 

Anders dan zijn vader die veel experimentelere ontwerpen maakte, richtte Wim Rietveld zich volledig op betaalbare producten die in massa konden worden vervaardigd. Toch is zijn werk niet vergeten. In 1986 verscheen bij de toenmalige Uitgeverij 010 een prachtige monografie geschreven door Ed van Hinte. Ook Frederike Huygen schenkt aandacht aan hem in haar boeiende ‘Visies op vormgeving’ uit 2008.

Rietveld ontwierp de 1401 in zijn eerste jaar bij Gispen. Hij deed dat vanuit efficiëntie, met het oog op industriële productie. In het ontwerp bespaarde Rietveld zoveel mogelijk op materiaal. Voor de poten gebruikte hij geen buis, maar dun massief rondstaal. En de dunne stalen achterplaat in de rugleuning ontleent zijn sterkte aan de aangebrachte ribbels. Innovatief is ook de manier waarop de stoffering met behulp van een strip aan deze plaat wordt vastgezet. Dankzij deze techniek is ze gemakkelijk te vervangen. Het maakte de 1401 tot een circulair ontwerp, lang voordat dit woord was uitgevonden.

Huttens remake van Rietvelds 1401

Richard Hutten deed voor zijn remake uitgebreid onderzoek naar deze stoel die hij inmiddels beschouwt als het hoogtepunt van het ontwerp uit de jaren 50 van de vorige eeuw. De belangrijkste reden om deze update te maken, is voor Hutten het comfort. Het is een stoel uit het begin van de jaren 50, een tijd waarin mensen meer rechtop zaten. “Jij zit nu lekker onderuit gezakt, maar dat mocht toen niet”, vertelt Hutten me in zijn Rotterdamse studio. “Je werd geacht rechtop te zitten, zelfs in een luie stoel als een fauteuil. Gevolg is echter dat je sneller last van je rug krijgt. Met meer rugval zit je gewoon lekkerder.”

De rug van de 1401 is door Hutten dus iets naar achteren gezet. Ze stond onder een hoek van 15 graden, deze is nu bijna verdubbeld. Toen was Hutten er echter nog lang niet. Alles hangt in Rietvelds doordachte ontwerp met alles samen: niet alleen de rug, maar ook de zitting, de armleuningen met bakelieten armsteunen en de stalen poten. Zo spiegelde Rietveld de hoek van de rugleuning aan die van de armleuning. Door de hoek van de rug te veranderen, diende Hutten ook deze hoek aan te passen. Dit had op zijn beurt consequenties voor de achterpoten die immers in het verlengde van de armleuning zijn gedacht.

De rug van de fauteuil is door Hutten naar achteren gezet. Dit leidde op haar beurt tot aanpassingen tot poten en armleuning van de stoel.

Continuïteit en traditie

Daarnaast is de stoel door Hutten vergroot, ook weer om redenen van comfort. De 1401 is destijds als “damesfauteuil” in de markt gezet, het waren duidelijk andere tijden. Ze was klein van opzet en compact, de reden waarom Rietveld zelf enkele jaren later met zijn medewerker André Cordemeyer de 1407 ontwierp die een slag groter was. In zijn remake van 1401 heeft Hutten de maten van de 1407 overgenomen. De zitting van de nieuwe 1401 is 49 cm breed, tegen 46 cm in het origineel. Tevens is ze 4 cm dieper geworden. De nieuwe 1401 lijkt niet anders dan de oorspronkelijke, maar dat is ze dus wel. Alleen zie je dat pas, als je ze naast elkaar zet.

De materialen die Hutten bij zijn remake gebruikte, zijn grotendeels dezelfde als die Rietveld hanteerde. De poten, alsmede de geribbelde rugleuning zijn opnieuw gemaakt van staal. Voor de bakelieten armsteunen maakte Hutten gebruik van de originele mallen. Wel stelde hij voor om het oorspronkelijke schuim in de kussens te vervangen door een mengsel van kokoshaar en latex. Dat is comfortabeler, gaat langer mee en is bovendien biologisch afbreekbaar. Vanwege de kosten is dit uiteindelijk niet toegepast. 

Hutten ziet de remake niet als een breuk met de traditie. Eenmaal in productie, worden producten wel vaker tussentijds aangepast. Dan kan het gaan om details waardoor ze gemakkelijker zijn te produceren, maar bijvoorbeeld ook om de vervanging van de dop onder een stoelpoot, wanneer deze niet langer leverbaar was. De ontwerpers deden daar niet moeilijk over. De remake van Hutten is een forse, maar past in een traditie waarin je voortdurend kijkt of een ontwerp voldoet aan de vraag en de markt. De stoel moet nieuwe generaties aanspreken, niet alleen de mensen die er destijds op hebben gezeten.

De rugleuning is versterkt met een dunne stalen plaat met ribbels.

Variant op een variant

Een remake is volgens Hutten moeilijker te ontwerpen dan een nieuwe stoel. Bij de remake van de 1401 voelde hij het gewicht van het culturele erfgoed op zijn schouders drukken, reden waarom hij met chirurgische precisie te werk is gegaan. Als je een nieuwe stoel maakt, kun je behoorlijk ver en wild gaan. Ik wilde echter zo veel mogelijk overeind houden, aldus Hutten. Door het comfort aan te passen heb ik al genoeg stempel op de stoel gedrukt. Dat is nog het meest zichtbaar bij de armsteunen die in de oude versie aan de voorkant en in de nieuwe vrijwel aan de achterkant zitten.

Daarna nam Hutten de 1410 onder handen, een op de 1401 gebaseerde fauteuil met een hoofdsteun. Deze is ontworpen door André Cordemeyer. Wim Rietveld was inmiddels met ruzie vertrokken bij Gispen. Samen met zijn vader had hij in 1957 voor de wereldtentoonstelling in Brussel van 1958 de Mondial ontworpen. Het prototype van deze stoel was gemaakt van aluminium. Gispen voorzag echter problemen met de productie van de ruglening in aluminium en besloot toen de stoel in polyester uit te voeren. 

De 1410 van Cordemeyer is een remake van de 1407 waaraan een hoofdsteun is toegevoegd. Ze is daarom te beschouwen als een variant op een variant van een variant. In Huttens remake is de rugleuning versterkt met een stalen plaat met ribbels (zoals in de 1401), anders dan in het oorspronkelijke model waarin de vlakke stalen achterkant gestoffeerd was. Hutten zelf beschouwt dit als de meest radicale ingreep die hij in Rietvelds oeuvre heeft gemaakt. Toch is ze nauwelijks zichtbaar, of volgens Huttens designcredo, “there is no sign of design”, voor hem een teken dat de stoel zijn klassieke wortels niet verloochent.

De 1410 (achtergrond) is gebaseerd op de 1401 voorgrond) en is voorzien van een hoofdsteun. Ook deze stoel is door Richard Hutten onder handen genomen.

Kopie of origineel

De remake maakt van de 1401 een stoel die mikt op een nieuw en jong publiek. Is het een originele Rietveld of is het origineel verloren gegaan in de remake? De remake is een authentieke stoel. Dankzij Huttens herontwerp is ze te zien als een product van deze tijd en deze cultuur. De nieuwe 1401 incorporeert tegelijkertijd alle trekken van Rietvelds 1401. Hutten is erin geslaagd van de 1401 een stoel te maken die duidelijk verwijst naar het origineel, maar tegelijkertijd nieuwe gebruikers zal aanspreken. De remake geeft nieuwe waarde aan een bestaande klassieker.

De 1401 is daarmee het ultieme voorbeeld van een product dat jaren mee gaat. De nieuwe 1401 is geen kopie van de 1401 van Rietveld. Hutten heeft de stoel op een dusdanige manier onderhanden genomen dat het idee van een origineel is verworpen. De remake is zo gemaakt dat je niet langer kunt spreken over een origineel of een kopie daarvan. Het is meer een Rietveld dan een Hutten, vindt Hutten zelf. Door de stoel vanuit zijn traditie te beschouwen en aan te passen aan hedendaagse wensen en gebruiken, is Hutten erin geslaagd een nieuw hoogtepunt aan zijn oeuvre toe te voegen.