Het Blaakse Bos kent een bewogen ontstaansgeschiedenis. Op de plek waar het is verrezen was na de Tweede Wereldoorlog een groot verkeersplein ingetekend. Op deze verkeersrotonde zou ooit de geplande Willemstunnel uitmonden. Dat verklaart de merkwaardige afrit van de huidige Willemsbrug die nu met een enorme slinger uitkomt op de Westblaak.
Politieke steun
Dit project valt niet te begrijpen zonder de enorme politieke steun die in de jaren 70 ontstond voor wonen in de Rotterdamse binnenstad. In die tijd werd besloten dat niet langer het autoverkeer het stedelijk leven zou bepalen, maar dat de binnenstad een aangename plek diende te worden voor alle Rotterdammers.
Rond de Oude Haven werd een woongebied gepland in een hoge bebouwingdichtheid en met een grote variatie in woningen. In het gebied dienden zowel kleine als grote, goedkope als dure, studenten- als senioren woningen te komen. Tegelijkertijd wilde men het wonen mengen met andere functies, waaronder bedrijvigheid, retail en horeca.
Stedelijke bouwplan
Piet Blom (1934-1999) werd in 1977 door wethouder Hans Mentink uitgenodigd om een bouwplan voor dit gebied te maken. Mentink wenste architectuur waar wat aan te beleven viel. Architect Blom wist niet wat hij hoorde en opperde aanvankelijk om met meerdere architecten aan deze opdracht te werken. Maar Mentink hield voet bij stuk: Blom moest zelf dit hele stuk stad ontwerpen. En zo geschiedde.
Zij het dat Blom zich voornam om het gebied rond de Oude Haven dan maar zo te maken dat je er niet aan zou afzien dat het door een architect is ontworpen. Waardoor dus bijna niemand weet dat het Blaakse Bos onderdeel is van een veel groter plan waar ook het Potlood en de Spaansekade deel van uitmaken.
In totaal zijn in dit laatste, achter het Blaakse Bos gesitueerde gebied 268 woningen gerealiseerd, met daaronder een parkeergarage voor 300 auto’s. Met al zijn terrassen en winkels was het direct vanaf het begin een van de meest populaire uitgaagsngebieden van Rotterdam. Aan de andere kant kwam een woontoren van dertien verdiepingen te staan, die vanwege haar zeven verdiepingen hoge spits al snel het Potlood werd genoemd.
Flexibiliteit
Flexibiliteit is een kernwoord. Het complex is zo ontworpen dat het veranderingen kan opnemen. Deze flexibiliteit wist architect Blom pas te bereiken na een langdurig en intensief ontwerpproces. Het project laat zien dat wanneer een complex van functie verandert, het door zijn flexibiliteit open kan staan voor nieuwe oplossingen.
In de jaren 80 was de promenade over de Westblaak ingericht als een creatieve broedplaats. In beide grote, geschakelde kubussen, in feite een gebouw van zes verdiepingen, werd in 1985 de Academie van Bouwkunst geopend. Op de passerelle kwam een modepromenade tot leven, dankzij modeontwerpers die de bedrijfsruimtes aan de Overblaak betrokken.
Nu 40 jaar later heeft de Overblaak een geheel andere functie gekregen. In de grote kubussen is vanaf 2009 de StayOK gevestigd, een jeugdherberg die vooral jonge internationale bezoekers trekt. Deze functie is in 2013 versterkt met het verderop gebouwde CitizenM-hotel (ontwerp ZZDP ism Concrete). Enige constante is de kijkkubus die toeristen de mogelijkheid biedt om zich te vergapen aan de hier gecreëerde manier van wonen, tussen hemel en aarde, tussen blauwe lucht en rauwe straat.
Mateloos populair
Het Blaakse Bos is nog altijd mateloos populair. Het is bekender in Japan dan in Nederland. Direct na oplevering ging het Blaakse Bos het beeld van Rotterdam bepalen. Deze nummer één-plek raakte ze pas kwijt toen in 1996 de expressieve Erasmusbrug (ontwerp Van Berkel & Bos) werd opgeleverd. Maar nog altijd neemt het na dit icoonproject de tweede plaats in. Maar wat maakt dat het Blaakse Bos nog steeds springlevend is?
Cruciaal wellicht in dit alles is dat het Blaakse Bos de aansluiting vormt tussen het gebied rond de Oude Haven en het gebied rond Markt en Hoogstraat. Beide gebieden zijn van elkaar gescheiden door een drukke verkeersweg. Tegelijkertijd is het een complex project vanwege de vele infrastructuur boven en onder de grond, waaronder tram, trein en metro. Tenslotte bevinden zich in de omgeving enkele van de meest geliefde Rotterdamse bouwwerken, waaronder het Witte Huis, de Willemsbrug en de Laurenskerk.
Wellicht biedt dit de beste verklaring voor het succes van het Blaakse Bos. Namelijk dat het in de stad als architectuur een essentiële functie vervult als scharniergebouw in een complexe stedelijke situatie. Minstens zo interessant is de manier waarop Blom de brug heeft ontworpen. Vooral de lichtinval op de passerelle is bijzonder. Het licht dat door de schuine vlakken van de kubussen binnenvalt tot op straatniveau zorgt voor een aangename sfeer.
Volle uitpuilende stad
Een andere verklaring voor de vitaliteit van het Blaakse Bos is het feit dat Blom in Rotterdam de architectuurvorm die hem door Aldo van Eyck was aangereikt, het structuralisme, glansrijk achter zich wist te laten. Blom wilde aan de Oude Haven een nieuw levendig gebied maken, in de vorm van een volle uitpuilende stad. Hij begreep al snel dat hij hier met een stedelijk dak niet uit zou komen. Zoals hij zelf op 3 februari 1978 schreef in een brief aan stedebouwkundige Jan Willem Vader: “In het hele gebied rondom de Oude Haven zijn alle stemmingen nodig, van heel tere en kleine tot grote monumentale.”
De oppervlakte was bovendien te klein om een patroon van gelijkvormige wooneenheden te herhalen en dwong hem onder andere om te stapelen. Hij ontwikkelde een systeem waarin een geheel scala aan woningtypen kon worden ingepast, van eenkamerwoningen en 2-5 kamerwoningen tot logementen met 6-12 kamers. De huizen klimmen schijnbaar willekeurig omhoog. Ze hebben alle uitzicht op de Oude Haven en profiteren van het gedempte licht dat in de Rotterdamse middag- en avondzon door aswolken naar beneden valt.
In Bloms systeem zijn alle gewenste woningvarianten mogelijk, zonder dat hij zich daarvoor constructief in allerlei bochten hoefde te wringen. De constructie van de Spaansekade zit op een hele vanzelfsprekende manier in elkaar. Het geheim is dat Blom deze flexibiliteit bedacht vanuit het bouwen zelf. Zijn detaillering was, niet alleen voor die tijd, uitzonderlijk goed. De aanvankelijk zeer sceptische aannemer droeg de architect uiteindelijk op handen.
Info
In 2008 verscheen de monografie Piet Blom, samengesteld door Jaap Hengeveld (Nederlands / Hardcover / 9789080525252 / 232 pagina’s). Over het Blaakse Bos verscheen van de zelfde auteur het boek Het Rotterdam van Piet Blom (Nederlands / Paperback / 9789079369027 / 160 pagina’s). Beide boeken zijn alleen nog antiquarisch te verkrijgen.