Verlangen naar utopie – Postgroeistad van BURA en Crimson

Dat in veel gebiedsontwikkeling wordt ingeleverd op duurzaamheid en inclusiviteit, is volgens een nieuw rapport te wijten aan economisch groeidenken. Groei is echter slechts een klein deel van de hele marktproductie. Met hun postgroeistad maken BURA en Crimson de weg vrij voor een samenleving van louter gelukkige mensen. Gaan utopische tijden herleven?

Granby Four Streets als lichtend voorbeeld voor de postgroeistad. Beeld Rodhullandemu

Postgroei, nongroei, ontgroei, degroei, agroei, het zijn allemaal termen die sinds een jaar of vijf grote aantrekkingskracht uitoefenen op architectuur en stedebouw. In Nederland heeft de combinatieterm postgroeistad (mijn vertaling van Post-Growth City) dit jaar vaart gekregen dankzij onderzoek dat BURA en Crimson hebben verricht naar een “duurzame en rechtvaardige stad”. De laatste is een populair thema in stedebouwland. In de reeks Stadsessays van uitgeverij Trancity verschenen bijvoorbeeld eerder al drie essays over de rechtvaardige stad van Simon Franke, Wouter Veldhuis en Edwin Buitelaar.

Postgroeistad

BURA en Crimson focussen in hun onderzoek niet zozeer op de hedendaagse stad, maar op de mogelijkheid om stedelijke gebieden op een “fundamenteel andere manier” te ontwikkelen en te ontwerpen. Daarvan is in hun ogen sprake als je gebieden ontwerpt met een grotere toegevoegde waarde voor mens, klimaat en natuur. Om dit te bereiken, aldus BURA en Crimson, zullen we moeten afstappen het huidige paradigma van economische groei. Beide onderzoekers willen niets meer en niets minder dan alternatieven voor het huidige groeidenken ontwikkelen

Woongebied De Ceuvel, gelegen op een voormalige scheepswerf in Amsterdam-Noord, onderscheidt zich ondermeer door de upcycling van bestaande materialen. Beeld Superbass

Waarom willen ze dit? BURA en Crimson poneren dat in gebiedsontwikkelingen de meest fantastische doelstellingen van duurzaamheid en inclusiviteit worden gefrustreerd door financiële overwegingen. In gerealiseerde gebouwen en stedelijke gebieden is meestal sterk ingeleverd op inclusiviteit en op duurzaamheid. Redenen hiervan zijn de businesscase of grondexploitatie die niet viel rond te rekenen, de onrendabele top die niet gefinancierd kon worden, de grondprijs die moest worden afgetikt of de gemeente die het op het laatste moment liet afweten.

Veronderstelling van het onderzoek is dat “economisch groeidenken” dominant is in de stedenbouw. Ik vind dat een lastige stelling, in die zin dat ik geen stedebouw ken die op dergelijke fundamenten is gebouwd. Stedenbouw gaat historisch gezien niet uit van economische groei, maar van demografische groei, van veranderingen in mobiliteit, van behoefte aan stedelijke representatie of van idealen van sociale verheffing. Dat is natuurlijk net iets anders dan groei.

Groei-gedreven stad volgens BURA en Crimson

Economische groei

Los daarvan is het sterk de vraag of economische groei de echte oorzaak is van klimaatverstoring en andere milieuproblemen. Een econoom wees mij er eens op, dat het niet de groei is die de grond vervuilt, rivieren buiten hun oevers laat treden of broeikasgas in de lucht uitstoot, maar de marktproductie in de private en publieke sector. Groei is slechts een klein onderdeel van de productie. Haar terugbrengen of tot nul reduceren zet nauwelijks zoden aan de dijk. Je kunt je pijlen beter richten op de marktproductie en op mogelijke veranderingen daarvan.

Maar hoe doe je dat dan, wilde ik weten? Door alle vervuiling waarmee de huidige productie gepaard gaat, terug te brengen, was het antwoord. Denk aan het gebruik van fossiele brandstoffen of de productie van plastic, dat je kunt beperken of zelfs totaal afschaffen. Tegelijkertijd ga je de marktproductie richten op sectoren, die niet vervuilend zijn, zoals gezondheid, onderwijs en cultuur. Dit vereist enorme investeringen, maar zal als dat gaat lukken, leiden tot groei in productie en productiviteit.

Een andere richting waaraan de econoom dacht die ik sprak, is dat mensen gaan leven met minder objecten en met een betere tijdsbesteding, dat wil zeggen zullen deelnemen aan activiteit die buiten de sfeer van de monetaire economie liggen. BURA en Crimson zoeken het niet in deze richtingen. Wat mij betreft ligt de waarde van hun onderzoek naar de postgroeistad dan ook elders, namelijk in de utopische impuls die het geeft aan het ontwerpen.

Voor de Post-Growth City stelden BURA en Crimson tien principes op

Verlangen naar utopie

Wat ik in Postgroeistad teruglees, is een verlangen om in een samenleving die totaal niet-utopisch is, te komen tot iets wat je een utopie zou kunnen noemen. Op sommige punten doet het me sterk denken aan de vroege geschriften van de Franse filosoof Jean Baudrillard, die aan het einde van de jaren 60 van de vorige eeuw zijn verschenen. Deze filosoof nam een samenleving op de korrel die in zijn ogen totaal doelgericht was. In zo’n samenleving werden kwaliteiten die per definitie verschillend zijn, gladgestreken in het rijk van de kwantiteit.

Baudrillard bekritiseerde niet alleen het verhaal dat de ruilwaarde de gebruikswaarde had opgezogen, maar noemde dat ook een illusie. Dit maakte de weg vrij voor een utopie waarin je alleen nog maar met gebruikswaarden hoeft te werken. Anders dan in een moderne samenleving hoef je een waarde niet te consumeren (lees: vernietigen), maar krijg je er andere voor terug. Het enige wat je daarvoor moet doen, is de code (of in het geval van BURA en Crimson, het ontwerp) kraken. Als je dat doet, maak je de weg vrij voor een samenleving met de meest gelukkige mensen op aarde.

Dit denken van Baudrillard speelde een grote rol in de theorievorming die in de vorige eeuw op bouwkunde faculteiten in het land plaats vond. Vanaf het moment dat theorievorming werd afgezworen en vervangen door het doen van onderzoek, ging het gedachtengoed van Baudrillard ondergronds. Toch kom je het nog op veel plekken tegen. In Postgroeistad wordt weliswaar niet verwezen naar deze denker, maar wel exact via deze lijnen geredeneerd.

Schets van de postgroeistad van Bura en Crimson

Utopie zonder macht?

Ook de utopie van Bura en Crimson heeft precedenten. Deze hebben in de geschiedenis bestaan, echter niet voor heel lang. Ze blijken bepaald niet robuust of duurzaam te zijn. De reden? Ze zijn niet bestand tegen groei. Want wat blijkt? Zodra de bevolking van een dergelijke utopische samenleving groeit, dan functioneert ze op een bepaald moment niet meer en valt ze uit elkaar.

Maar belangrijker is wellicht de vraag of een dergelijke samenleving kan bestaan zonder staat, zonder macht of zonder machtsvorming. Juist op dit aspect lopen de meeste utopieën stuk. Deze vraag wordt jammer genoeg ook ontweken in het onderzoek van BURA en Crimson. Of dan de wenselijke geachte, “fundamenteel andere manier van stadsmaken” opgeschaald kan worden, durf ik niet te zeggen. Maar de voortekenen zien er niet geweldig uit.

Verder lezen

Het onderzoek van BURA en Crimson naar de Post-Growth City is verkrijgbaar via pr@bura.city. Een samenvatting van het symposium over Post-Growth City, dat op maandag 10 maart 2025 plaats vond in Pakhuis de Zwijger te Amsterdam, is terug te vinden op Architectenweb. Op deze website kun je ook het symposium terugkijken.