Als we Thomas Heatherwick, bekend van de Olympic Cauldron in Londen en de Vessel in New York, mogen geloven, gaat de architectuur sterk van karakter veranderen. Volgens hem loopt het tijdperk van “less is more” ten einde. Dat axioma heeft alleen maar saaie, monotone en karakterloze gebouwen opgeleverd. Het komt aan op emotie als je gebouwen en stedelijke ruimtes ontwerpt, aldus Heatherwick. Architecten zullen het idee omarmen dat “de esthetische kwaliteit en diversiteit van gebouwen op een diepe manier onze gevoelens beroeren”.
Klimaatverandering
De klimaatverandering zal deze ontwikkeling versnellen. Ieder jaar valt een bouwvoorraad zo groot als de hoofdstad van de VS onder de sloophamer. Het gemiddelde kantoorgebouw haalt zelden een levensduur van meer dan 20 jaar. Met deze verspilling kunnen we niet langer doorgaan. Ook dat is een emotie die Heatherwick op het oog heeft. Tot slot gaat iedereen zich bezig houden met het gezond houden van de planeet. Met het oog op de te verwachten hittegolven ligt het voor de hand om steden verder te vergroenen.
Dat emotie in de architectuur een bijzondere plek heeft verworven, staat niet op zichzelf. Je ziet het ook terug in de rechtspraak waarin verwanten spreekrecht krijgen en de verdachte recht in de ogen mogen kijken. Dat dit niet heel gemakkelijk is spreekt vanzelf. Zo waarschuwen advocaten ervoor dat dit recht te ver is doorgeschoten. In de architectuur dreigt hetzelfde te gebeuren.
Lichaamlijke gewaarwordingen
Over welke emoties heeft Heatherwick het? Heeft hij het over naamloze, ongetemde emoties? Of juist over die emoties die zodra de gebruiker en beschouwer tot ontwikkeling is gekomen, al meer vorm hebben aangenomen? Ook is het wat mij betreft sterk de vraag of de poëzie in de architectuur alleen in de emotionele of esthetische ervaring van een plek of gebouw te vinden is. Door lichamelijke gewaarwordingen van architectuur, soms zelfs van de gebouwde materie, uit te sluiten, gaat veel verloren en doe je je zelf wellicht tekort.
Maar hoe kun je bij een emotie komen? Waarneming is een basisgereedschap voor een architect, schrijft Stephen Bates in een recent boek over Lewerentz. Om een waarneming te kunnen beschrijven, heeft Johan van de Keuken opgemerkt, zul je die emoties moeten afbreken: “Hiërarchische verhoudingen tussen werkelijk en onwerkelijk, heden en verleden-toekomst, hier en daar, ook tussen mensen, tussen mensen en natuur.”
Glad pad van emoties
Moet architectuur zich in 2023 wel op het gladde pad van de emoties begeven? Met de uitspraak dat architectuur emotie moet oproepen, beland je in het domein van de smaak. Of je iets mooi vindt (of niet), is een teken van goede smaak. Daarmee is het niet veel meer dan vermaak voor een publiek dat al weer snel op zoek gaat naar een volgende emotie. Teleurstellingen liggen wat dat betreft op de loer.
Emotie-architectuur vormt een goede basis als je de competitie wilt aangaan in de aandachtseconomie. Dat kan vernieuwing brengen in een deel van de architectuur, maar het is de vraag of dat de architectuur als geheel verder brengt. Architectuur is wellicht beter af, als ze emoties niet opdringt, maar zich supernormaal of althans een beetje normaal opstelt. Juist dit soort architectuur vormt een uitnodiging om erachter te komen hoe je je voelt. Architectuur derhalve die wegen openhoudt, ze niet afsluit.