Het plezier van de stad

In het boek City Lust deelt Charlie Koolhaas haar stedelijke observaties, vergezeld van een pleidooi voor een andere omgang met de multiculturele samenleving. De markteconomie hoeft niet te leiden tot gentrificatie en een gesloten en homogene cultuur. Ze kan ook een motor zijn voor creatieve, multiculturele oplossingen, zoals blijkt uit Koolhaas’ dwaaltocht door verschillende steden.

Begin vorig jaar bracht ik een bezoek aan New York, naar achteraf bleek aan de vooravond van de eerste lockdown. Maar dat wist ik toen nog niet. Aan het einde van de veelgeprezen High Line in Manhattan ligt Hudson Yards, de voorlopig laatste, grootschalige gebiedsontwikkeling in Manhattan. Vanzelfsprekend ging ik daar een kijkje nemen.

Hudson Yards bestaat uit een verzameling van luxe appartementen, een hotel, kantoren, restaurants en een mall met hele dure winkels. In het centrum van dit gebied staat de Vessel, een sculpturale trap naar nergens. Deze trap trekt drommen toeristen en vormt een natuurlijke achtergrond voor tal van commerciële uitingen. Op het punt waar de High Line aantakt aan het gebied, staat de Shed, een big size, beweegbaar theatergebouw.

Deze gebiedsontwikkeling is het ultieme symbool voor de wijze waarop grote steden zich de laatste veertig jaar hebben ontwikkeld. Op het snijvlak van de jaren 80 en 90 begonnen steden in te zetten op het aantrekken van bewoning en bedrijvigheid, vanuit het oogmerk de stad op bepaalde punten te vernieuwen en versterken. Deze ontwikkeling dreigt nu aan zijn eigen succes ten onder te gaan.

In Hudson Yards althans is de overvloed zo groot dat ze de vitaliteit van het stedelijke leven lijkt te verstikken. Ze vormt een enclave die sterk is afgegrensd van de omliggende woonwijken. Stedelijk leven in de traditionele zin van het woord ontbreekt. Het zijn vooral de toeristen die in grote drommen afkomen op de laatste stedelijke attractie. De excel sheets van de ontwikkelaars lijken direct te zijn vertaald in de vormgeving van de torens.

Lees verder