Open brief aan de Informateur

De (in-)formatiebesprekingen vormen dé kans om van de verdeling van de schaarse ruimte in dit land weer een gemeenschapstaak te maken, rechtvaardig en duurzaam. Met als gezamenlijke ambitie niets minder dan het bevorderen van het ‘Bruto Nationaal Geluk’. De meeste partijen willen weer een minister van ruimtelijke ordening. Wij denken dat er meer nodig is om de kwaliteit van onze leefruimte te borgen. Nu en voor de toekomst.

Roadmap voor een beter Nederland

De uitdagingen van vandaag zijn de groeimarkten van de toekomst

Woningbouw staat hoog op de politieke agenda’s. Het opgelopen tekort schreeuwt om oplossingen. Projectontwikkelaars roepen om regie van de overheid zodat ze snel aan de slag kunnen, waar dan ook. Maar er zijn meer urgente claims op de schaarse ruimte. De politieke druk van nu kan echter tot ongewilde ontwikkelingen leiden die de samenleving snel gaan opbreken en opzadelen met enorme kostenposten.

Drie keer Nederland nodig  

De opdrachten die er voor het nieuwe Kabinet liggen zijn duidelijk: het aanpakken van de klimaatproblematiek, sociale ongelijkheid, het bevorderen van een gezonde leefomgeving door vergroenen en verduurzamen, én veel woningen bouwen.

Er is een lange lijst urgenties met grote impact betreft ruimtelijke ordening. Al deze vraagstukken vereisen veel ruimte. Voor meer woningen, infrastructuurnetwerken, extra bomen, natuur, groen in de stad, water, biologische en biobased landbouw, zonnepanelen en windmolens. Voor alle claims tegelijk is niet genoeg land; het ruimtetekort is becijferd op drie keer ‘bruikbaar’ Nederland (Claims op de Bodem, in opdracht van o.m Rijkswaterstaat, september 2020).

Niet alles kan dus. Ontwikkelingen gaan bovendien steeds sneller en hun onderlinge invloed is moeilijk in te schatten. Dat vraagt een nieuwe strategie. Een die gewogen prioriteiten stelt en functies combineert. Creatiever, innovatiever en ook flexibeler zodat onzekerheden een gecontroleerde plaats kunnen krijgen. 


Geen simpele oplossingen voor de woningbehoefte

De opdracht om in tien jaar 1 miljoen extra woningen te creëren, inclusief voorzieningen en infrastructuur, vergt meer dan een kwantitatieve inspanning. Te beginnen met een grondige reorganisatie en niet alleen te kijken naar waar die woningen moeten komen, maar ook welk type er nodig zijn en met welke leefkwaliteit daar bij hoort. Te simpele ‘oplossingen’ zoals woontorens en grootschalig bouwen in weilanden of het IJsselmeer  kunnen we ons niet meer veroorloven. Bouwen en klimaatmaatregelen zoals windmolens en zonneparken lopen steeds vaker vast op wet- en regelgeving en verzet van burgers.

Nieuwe kansen: maatschappelijk verdienmodel

Deze kantelperiode is hét moment om daadwerkelijk verschil te maken door breed te verduurzamen, zowel van verstedelijkte gebieden als het landschap. Te laten zien wat de potenties zijn en hoe iedereen daar van kan profiteren. Maatschappelijk én eco-economisch.  

5  Praktische aanbevelingen 

  1. Zet overheidsregie in op samenwerking, onderlinge afstemming en coördinatie.
    Een integrale aanpak door een minister voor de Leefomgeving kan dat organiseren, mits die voldoende armslag krijgt (beleidsinstrumenten, budget en competente ambtenaren). Een sectorale aanpak – die vooral deelbelangen dient – is achterhaald en betekent onvermijdelijk achteruitgang én vertraging op het geheel.
  2. Versterk de onafhankelijke adviesinstituten en raden
    zoals het Planbureau voor de Leefomgeving en de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur. Zet ze in als integrale kennisinstituten voor de ruimte die alle sectoren verbinden. Met ruimtelijke visies en uitvoeringsprogramma’s voor de lange termijn zorgen ze voor continuïteit. De wetenschappelijke onderbouwing en analyses gaan bovendien het debat verhelderen en versterken. Laat deze belangrijke onderzoeks- en denkkracht niet alleen voor de Rijksoverheid werken maar ook voor provincies, regio’s en gemeenten.
  3. Houd de vinger aan de pols: maak jaarlijks de balans van de fysieke ruimte op (‘Ruimtebalans’), vergelijkbaar met de Rijksbegroting elke derde dinsdag van september.
    De  schaarse ruimte vraagt om een jaarlijkse update en prognose van verschuivingen. Met uitgebreide beschouwingen behandeld door de Tweede Kamer. Dat maakt het proces transparanter en democratischer. Scherp monitoren en bijbehorend debat kunnen ongewenste, moeilijk omkeerbare ontwikkelingen voorkomen. Burgers en belanghebbenden krijgen zo ook beter inzicht in de doelstellingen, afwegingen en de kwaliteitsvoorwaarden voor een gezonde leefomgeving.
    Een Ruimtebalans tilt het beleid over de korte termijnvisies en sectorale belangen heen. Het helpt bij het stellen van prioriteiten en uitruilen van bestemmingen in verhouding tot het algemeen belang. Een beleid gericht op duurzame leefkwaliteit.

    Meteen aan de slag! Begin met opruimen.
    De afgelopen jaren is veel ruimte versnipperd, verrommeld en dichtgeslibd. Fonkelnieuwe bedrijventerreinen op een paar kilometer afstand van kwijnende waar blijkbaar niemand meer wil zitten, naargeestige leegstand van kantoren, distributiecentra, windparken naast natuurgebieden en kilometers extra asfalt terwijl er meer toekomstbestendige mobiliteitsoplossingen aankomen. Door anders met de ruimte om te gaan en op te ruimen wat niet meer nodig is, kunnen we sterk aan leefkwaliteit winnen. Zo creëren we waardevolle nieuwe ruimte in al verstedelijkt gebied.
  4. Economische vernieuwing: stimuleer gebiedsdenken.
    Kijk naar de opgaven op gebiedsniveau en pak die integraal ruimtelijk aan. Verlaat de ‘wie betaalt bepaalt’ aanpak, zet in op een bredere regionale versterking.
    Het Rijk stelt de maatschappelijke vraagstukken en ambities vast, belanghebbenden en de markt kunnen meedenken over de oplossingen.
    Dat vergt een andere manier van denken. Niet louter een project uitrollen (extra woningen, meer wegen etc), maar functies combineren en daarmee meerdere maatschappelijke opgaven tegelijk aanpakken. Onder het motto: het beste voor het project, voor de stad, voor de regio.  
    Omarmen van de complexiteit vergroot de kansen op kostenbesparende oplossingen, een kortere doorlooptijd (want groter draagvlak) en economische vernieuwing.
    Eye opener: de Groene Loper in Maastricht.
    Dat gebiedsdenken zeer lonend is laat de aanpak van de ondertunneling van de A2 in Maastricht zien. Al het verkeer richting het zuiden stokte hier want het moest via zes stoplichten dwars door de stad. Het werd een helse barrière tussen twee wijken, met onveilige situaties en gezondheidsrisico’s voor omwonenden.
    Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat besloot over haar eigen sectorale grenzen heen te stappen en niet alleen te kijken naar oplossingen voor het verkeersprobleem. Het ging om de tafel zitten met andere partijen en bewoners in het gekwelde gebied, tot en met de plaatselijke pastoor. Zo werd infrastructuur een middel om het hele gebied te zien als een maatschappelijke opgave. De weg was even belangrijk als het opheffen van de barrière in de stad, vergroenen, economisch weerbaar maken van de plek en het bouwen van woningen voor groepen die in Maastricht moeilijk aan een huis kunnen komen.
    Het resultaat is verbluffend. Bovenop de tunnel is veel ruimtelijke kwaliteit en toekomst gecreëerd. Een plek waar mensen kunnen genieten in het groen, elkaar kunnen ontmoeten en waar je nu inplaats van aan de snelweg aan een park woont.
  5. Maatschappelijk gedeelde ambities zijn onontbeerlijk.
    Begin vandaag maar blijf continu bouwen aan een langetermijnvisie hoe wij over 30 of 50 jaar in dit land willen wonen, werken en leven. Een helder perspectief geeft richting en duidelijkheid en een sterk signaal aan burgers, maar ook een kader aan private en particuliere investeerders.

Nederland is te waardevol voor lukraak bouwen op nieuw land. Voor een welvarende toekomst is een meer houdbare verstedelijking en natuurontwikkeling noodzakelijk.  

Een gezamenlijk aanpak gericht op de lange termijn, creëert ruimte om doelstellingen te bereiken. Van het klimaatakkoord van Parijs tot lokaal woongeluk.
Het is bovendien een nieuw economisch model waarmee Nederland geld kan verdienen. De economische baten van de gebiedsgerichte aanpak in Maastricht waren ingeschat op 12 miljoen. Twee jaar na de opening van de tunnel bleek het 220 miljoen te zijn, zo berekende het CPB. Bijna het 20-voudige!

De komende formatie is het moment voor een koerswijziging.
Geachte Informateur, daarom rekenen wij op u! 

‘ROadmap voor een beter Nederland’ is een initiatief van de architecten Rudy Uytenhaak en Bart Mispelblom Beyer, mede-auteurs van de studie Prachtig Compact (2010) in opdracht van het ministerie van VROM en de toenmalige Rijksbouwmeester. De brief is ondertekend door:

Theo Baart, fotograaf urbane landschappen, Peter van den Besselaar, hoogleraar Organisatiewetenschappen, VU Amsterdam, Harry Boeschoten, programmadirecteur Groene Metropool, Staatsbosbeheer, Roberto Cavallo, associate professor en architect, Jo Coenen, Rijksbouwmeester 2000 – 2004, architect, Jacqueline Cramer, minister van VROM 2007 – 2010, hoogleraar duurzaam innoveren, Frits van Dongen, Rijksbouwmeester 2011 – 2014, architect, Paul Gerritsen, Vereniging Delta Metropool Amsterdam, Adriaan Geuze, buitengewoon hoogleraar landschapsarchitectuur, Wageningen University & Research, Jutta Hinterleitner, onderzoeker Leerstoel Gebiedsontwikkeling, TU Delft, Indira van ’t Klooster, directeur Architectuurcentrum Amsterdam, Teresa Mom, filosoof en consultant, Emiel Reiding, directeur Metropoolregio Amsterdam, Frits Palmboom, stedenbouwkundige, Liesbeth van der Pol, Rijksbouwmeester 2008 – 2011, architect, Gert de Roo, hoogleraar planologie Rijksuniversiteit Groningen, Steven Slabbers, provinciaal adviseur Ruimtelijke kwaliteit Noord-Holland, landschapsarchitect, Joop Slangen, Polderarchitect Haarlemmermeer, Stadsarchitect Haarlem 1996 – 2007, Dirk Sijmons, Rijksbouwmeester 2004 – 2008, landschapsarchitect, Wouter Terhorst, hoofd Assetmanagement, CBRE Global Investors, Wessel Tiessens, planoloog, Harm Tilman, hoofdredacteur De Architect tot 2021, auteur Manifest, Ben van de Ven, sociaal-geograaf

Één suggestie bij “Open brief aan de Informateur

Reageren niet mogelijk.