
In Strijp S is een bijzonder gebouw Donna verrezen aan de Philitelaan te Eindhoven, te midden van fabrieksgebouwen die hun oorspronkelijke bestemming hebben verloren en een nieuwe toekomst tegemoet gaan. Gebouw Donna heeft in de woorden van de architect een dikke buik en hij nodigde me naar aanleiding van mijn blog over dunne en dikke gebouwen uit om te komen kijken. Een paar weken geleden was het zo ver.
Op het eerste gezicht laat De Bever de notie van moderne ruimte intact. In het gebouw is sprake van een vrije invulling van de vloervelden. Zoals bekend werd dit laatste mogelijk dankzij de uitvinding van het betonskelet, inmiddels honderd jaar geleden. De Franse architect Le Corbusier formuleerde vijf punten van architectuur die een open wijze van bouwen mogelijk maken.
Onbeperkte flexibiliteit
Kern van Le Corbusiers voorstel is niet het skelet zelf, maar de scheiding tussen draagconstructie en gevel. Zo zou het voortaan mogelijk zijn om de indeling van de vloeren en de gevels te veranderen zonder de draagconstructie aan te tasten. Als praktische illustratie hiervan werkte Le Corbusier het zogenoemde Domino systeem uit. Dit systeem bood de mogelijkheid van onbeperkte flexibiliteit, zodat gebouwen continu kunnen worden veranderd en aangepast. Maar hoe zit dat bij Donna?
De draagconstructie van Donna is zo gedimensioneerd dat aanzienlijke flexibiliteit mogelijk is. De plattegrond bestaat uit een grid van 3×7 modules. De kolommen staan in de breedte 12 meter uit elkaar, in de diepte van het gebouw om de 9 meter. De vierkante kolommen zijn geplaatst op een raster dat modules (of korrels) van 12×9 meter vormt. Dit raster van kolommen en modules vormt een open structuur die op verschillende wijzen kan worden ingevuld.
De Bever gebruikt geen ronde maar vierkante kolommen, wat de notie van moderne ruimte in hoge mate nuanceert. De vierkante kolom markeert namelijk het grid én de module (of korrel). Dat is een aanzienlijk verschil met een ronde kolom die per definitie geen richting aangeeft en uitgaat van een vloeiend verloop van ruimte. Met deze vierkante kolommen wordt de ruimte al ingedeeld, zowel parallel als loodrecht op de denkbare korrel in de ruimte.

Publiek gebouw
In Donna genereert de constructie een middenzone die in het gebouw overmaat creëert. Deze overmaat zorgt voor flexibiliteit en aanpassingsvermogen en maakt nu en in de toekomst meerdere activiteiten mogelijk. Tegelijkertijd gebruikt De Bever deze overmaat om het gebouw te verankeren in de stedelijke context. Het is daarmee behalve een woonwerkgebouw, ook een publiek gebouw.
In Donna zie je dat terug in de plattegrond. Het gebouw heeft drie ingangen die sterk van elkaar verschillen. De eerste ligt aan de straat, beide andere aan de zijgevels. De laatste twee bieden toegang tot de woon- en werkverdiepingen op de 7de tot de 10de verdieping, waarover straks meer. Via de ingang aan de voorzijde kom je in de lobby van het gebouw. De liften naar de werkverdiepingen zijn een kwartslag gedraaid ten opzichte van de hoofdingang.

Dankzij de overmaat in de constructie kon De Bever de publieke ruimte tot op zekere hoogte het gebouw intrekken en op de begane grond ruimte vrijspelen voor (semi-)publieke functies, waaronder verblijfsgebieden en horeca. Het idee is dat op deze wijze synergie ontstaat en interactie en verbinding tussen bedrijven wordt bevorderd. Het elkaar ontmoeten en treffen is tegenwoordig een belangrijke waarde in de werkomgeving.
Aan de straatzijde is een portico gemaakt die de overgang vormt tussen de openbare ruimte van de straat en de semi-publieke ruimte in het gebouw. Boven deze portico bevindt zich op de eerste verdieping een balkon dat ook via de nu nog afgesloten buitentrap te bereiken zal zijn. Ook dit balkon krijgt dan een publieke bestemming.

Flexibiliteit en overmaat
Dankzij de gekozen draagconstructie zijn tot en met de 6de verdieping bedrijven van uiteenlopende grootte gehuisvest. Zij huren daarvoor een op meer modules van 12×9 meter. Aanvankelijk was het gebouw qua gebruikers gepositioneerd tussen het verderop gelegen Videolab dat ruimtes voor starters aanbiedt tegen lage huren en het duurdere segment. Volgens het zogenoemde roltrapprincipe stromen in het gebouw kleinere bedrijven laagdrempelig in en groeien deze vervolgens door. Inmiddels mikt de makelaar op grotere partijen. Het aantal af te nemen modules stijgt daarmee van 3 tot 30.

In dit verhaal zijn tevens de relaties van belang die tussen bedrijven zullen ontstaan. In de huidige werkomgeving staan verbinding en interactie centraal. Het is voor veel werknemers een reden om weer naar kantoor te gaan en niet alleen thuis te werken. Het is ook de reden dat kantoren tegenwoordig steeds meer worden ingericht als woonkamers.
Dit zie je terug in de doorsnede van het gebouw. Daarbij is opnieuw gebruik gemaakt van de flexibiliteit en overmaat die in Donna is ingebouwd. Om de verdieping is in het middentravee een vide gemaakt die twee verdiepingen hoog is. Met behulp van trappen zijn de gewenste verbindingen in en tussen de verschillende bedrijven gecreëerd. Ze liggen steeds op een andere plek.

Voor vijf opdrachtgevers
Het proces van totstandkoming heeft zijn sporen nagelaten in het gebouw. Uiteindelijk werkte de architect voor liefst vijf opdrachtgevers. Voor de partij die de grondpositie innam, werkte hij aan het concept van het gebouw. Nadat het concept was doorverkocht aan de ontwikkelaar, ontwierp hij voor deze partij het gebouw.
Door de combinatie van financiële haalbaarheid en de groeiende vraag vanuit de markt naar woningen, vroeg de ontwikkelaar De Bever het gebouw te vergroten en te voorzien van 4 extra woonverdiepingen. De woningen liggen op de 7de tot 10de verdieping en worden ontsloten via de liften aan de oostzijde van het gebouw. Aanvankelijk zouden ook aan de westzijde woningen komen. Omdat de eigenaar van een amusementshal in het Klokgebouw daartegen bezwaar maakte, zijn deze woningen vervangen door werk-lofts. In totaal bevinden zich op de bovenste vier verdiepingen nu zo’n 60 eenheden in particulier bezit.

Nadat de ontwikkelaar het gebouw had verkocht aan een belegger, werd het project tenslotte turnkey in de markt gezet. Door een bezuiningsronde is in deze fase het raamoppervlakte met 20% teruggebracht. De Bever verving de glaspartijen door golfplaat dat hij op schijnbaar willekeurige wijze in de gevel aanbracht. Op deze manier is het hoofdraster van de gevel intact gebleven.

Drager en inbouw
Vanzelfsprekend herinnert Donna aan het onderscheid dat architect John Habraken maakte tussen drager en inbouw. Om dit in goede banen te leiden heeft De Bever overmaat gecreëerd, door in het middentravee (de “buik”) op iedere twee verdiepingen een semipublieke vide te vormen. Deze lege middentravee is bovendien benut om een choreografie van trappen te maken.
Gebouw Donna is daarmee een casco-gebouw, in die zin dat het alles kan dragen en dat binnen de drager alle gebruikers hun gang gaan en hun eigen interieur maken. De vraag is of hier de wal het schip niet keert. De manier waarop de werkverdiepingen binnen deze “flexibele stad” zijn ingevuld met gezellige werkplekken, leuke hoekjes en decoratieve scheidingswanden, doet verlangen naar meer regie binnen de open structuur.

Dat laat onverlet dat Donna een sterk stadsgebouw is waarin verschillende functies op overtuigende wijze bij elkaar zijn gebracht. In dit gebouw is op knappe wijze gebroken met de tendens om gebouwen zodanig rond te rekenen dat slechts Excel-architectuur rest. Donna is een publiek gebouw dat verbonden is met Strijp-S. Bovendien staat het dankzij zijn overmaat open voor uiteenlopende gebruikers die het casco tot leven brengen.
Gebouw Donna in Eindhoven door De Bever Architecten
Opdrachtgever Strijp-S Ontwikkeling bv Opdrachtgever/ ontwikkelaar SDK Vastgoed bv Architect De Bever Architecten Ontwerpteam Stefan de Bever (architect), Wim Poell (projectleider), Heleen van Heel, Niels van Ham, Maarten Janssen, Raymond van Kampen, Dion Sparnaaij, Kai Yu Constructeur Adviesbureau Tielemans Adviseur installaties Homij Adviseur bouwfysica/brand/geluid Peutz Aannemer Wessels Zeist Programma 20.000 m2 bvo, wonen en werken; 12.500 m2 vvo kantoor (verhuur); 34 woonlofts (koop) en 26 werklofts (koop) Ontwerpfase 2013-2021 Budget Wordt niet gecommuniceerd Fotografen Norbert van Onna en Bas Gijselhart